Met deze wetenschappelijke methode houd je je goede voornemens wel vol

Wetenschap
zaterdag, 31 december 2016 om 14:15
welingelichtekringen header 1

Goede voornemens, de meesten doen er niet meer aan, omdat ze toch nooit lukken. Maar daar heeft bioloog en gedragsfysioloog Gabriele Oettinger iets op gevonden: de WOOP-methode. Het idee is dat je daarmee in vier stappen je doel helder voor ogen krijgt en weet wat je moet doen om het te bereiken.

Het werkt als volgt:

Stap 1: Wish Neem de tijd om je doelen te bedenken: wat wil je bereiken en hoe moet dat gebeuren. Het is zaak om zo concreet mogelijk te zijn. Houd daarbij in gedachte dat een doel aantrekkelijk, haalbaar en uitdagend moet zijn. Dus besluit niet dat je een marathon moet lopen als de gedachte aan vijf kilometer rennen je al zenuwachtig maakt.

Als je weet wat je wens is, probeer je dan voor te stellen wat die wens je zal opleveren. Op welke manier wordt je leven mooier als je tien kilo lichter bent, promotie maakt of die marathon rent. Haal je bijvoorbeeld voor de geest hoe je in je bikini over het strand paradeert of over de finishlijn sprint. Hoe gedetailleerder je bent, hoe gemotiveerder je wordt.

Stap 3: Obstacle Je weet wat je wilt en waarom, maar dat is nog altijd makkelijker gefantaseerd dan gedaan. Vraag je af waarom het tot nu toe nog niet is gelukt. Waarom staan die loopschoenen nog steeds ergens achter in de kast? En hoe komt het dat je toch dat stuk taart opeet? Wees ook hier gedetailleerd: waardoor precies lukte het niet? Wie was er bij je en hoe voelde je je?

Stap 4: Plan De laatste stap is een klassieker: het zogenoemde als-dan-plan. In zo’n plan formuleer je kort en bondig wat je voortaan precies gaat doen om je toch aan je voornemen te houden wanneer er een obstakel op je pad komt. Dat formuleer je als volgt: 'ALS ik lui op de bank lig, DAN trek ik mijn sportkleding aan.' Of: 'ALS ik tijdens mijn werk whatsapp wil checken, DAN leg ik mijn telefoon in een andere kamer.' Dit gaat je helpen om moeilijke situaties te herkennen en er goed mee om te gaan.

Bron(nen): Psychologie Magazine