Hardnekkige geruchten deden altijd al de ronde over de gezondheid van Adolf Hitler. De Duitse dictator zou verslaafd zijn aan verdovende middelen, hij zou slachtoffer zijn van een mislukte hypnose, en er zouden sterke aanwijzingen zijn dat hij door een verwonding in de Eerste Wereldoorlog maar één teelbal zou hebben, waardoor hij onvruchtbaar zou zijn. Ook dachten diverse historici aanwijzingen te hebben dat Hitler schitzofreen of homosexueel was, om zijn afkeer van vrouwelijk gezelschap te kunnen verklaren. De vreemdste theorieën over de toestand van Hitler zijn aangevoerd om mede te verklaren waarom hij de wereld in een allesvernietigende oorlog stortte. Het probleem is altijd geweest dat er weinig historische bronnen zijn die iets zeggen over de gezondheid van Hitler. Twee Duitse historici, Henrik Eberle en Hans Joachim Neumann, hebben voor hun nieuwe boek 'War Hitler Krank?' historische bewijzen gecombineerd met moderne medische analysemethoden. Hun conclusie: Er was helemaal niks mis met Hitler. Hij was zo gezond als een vis. Ook andere mythen over Hitler zijn door de historici naar het rijk der fabelen verwezen. Hitler had waarschijnlijk helemaal geen gouden vullingen in zijn tanden, afkomstig van Joodse slachtoffers in de vernietigingskampen. Zijn persoonlijke tandarts, daarentegen, blijkt in de loop van de oorlog maar liefst 50 kilo aan gouden tanden verzameld te hebben.
De enige gezondheidsklacht van Hitler die nog wel overeind staat, is het vermoeden dat hij op z'n minst zwaar hypochondrisch was. Hij was doodsbang om een ziekte als kanker te krijgen. Hij viel zijn lijfarts dan ook regelmatig lastig met onschuldige pijntjes en klachtjes. Hitlers hypochondrie, en zijn diepgewortelde angst dat het binnen afzienbare tijd afgelopen met hem was, werkte hoogstwaarschijnlijk wel als een katalysator voor zijn oorlogsplannen. Ook liet hij zich regelmatig met testosteron injecteren, vooral toen zijn 'geliefde secretaresse' Eva Braun diezelfde avond zou langskomen.