Vaak wordt beweerd dat middelste kinderen het het moeilijkst hebben. De oudste en de jongste krijgen de meeste aandacht en zeker als de tweede hetzelfde geslacht heeft als het eerste kind is het niets bijzonders (anders kun je nog zeggen dat hij/zij de oudste jongen/meisje in het gezin is). Ontwikkelingspsychologen noemen ze ook wel eens 'sandwichkinderen': ze zitten tussen de oudste en de jongste in en vallen niet op. Middelste kinderen klagen zelf ook vaak over het feit dat ze weinig aandacht kregen van hun ouders. Van oudste kinderen wordt beweerd dat ze het meest presteren. Dat zou onder meer te maken hebben met het feit dat de ouders de ontwikkeling op de voet volgen en stimuleren. Ze hoeven ook hun aandacht nog niet te verdelen over meerdere kinderen. Als het de 3e of de 4e is, dan wordt het allemaal vanzelfsprekender. De jongste wordt vaker verwend en er worden minder eisen aan gesteld. Recent onderzoek laat echter een heel ander beeld zien: middelste kinderen hebben meer kans om succesvol te zijn, meer plezier te ontlenen aan hun sociaal netwerk en een bloeiende carrière te hebben. De nadelen uit hun jeugd werken in hun voordeel: ze zijn meer empathisch, onafhankelijk, geduldig, welbespraakt en creatiever. Omdat ze zowel met oudere als met jongere broers/zussen omgaan, kunnen ze beter compromissen sluiten. Ze zijn minder egocentrisch, houden meer rekening met anderen en veroordelen het gedrag van anderen minder snel. Misschien dat hun relaties daardoor vaak langer standhouden dan die van oudste of jongste kinderen.
Bron(nen): Daily Mail