Slechts weinigen kijken uit naar het ouder worden. Niet voor niets noemen we zestig graag het nieuwe veertig. We blijven het liefst zo lang mogelijk jong. Maar waarom eigenlijk? Er zitten veel voordelen aan ouderdom. Wellicht kijk je met enige weemoed terug op die feestelijke jonge jaren, weet dan: de gelukscurve kent een U-vorm. Je geluk piekt als je jong bent en als je oud bent. Daartussenin neemt het eerst af en daarna weer toe. Je bent het ongelukkigst rond je 46ste, maar op je zeventigste ben je weer net zo blij als toen je twintig was. Je vermogen om nieuwe
problemen op te lossen neemt langzaam af na je veertigste, maar je op ervaring gebaseerde intelligentie blijft doorgroeien. Daardoor kunnen
ouderen complexe problemen beter oplossen dan
jongeren, blijkt uit onderzoek. Omdat er al zoveel in hun hersenen is opgeslagen kost het soms wel meer tijd om bijvoorbeeld op woorden te komen. Maar in cognitieve tests waarbij het niet op tempo aan komt, scoren ouderen vaak beter dan jongeren. Ouderen hebben weliswaar minder vaak seks, maar de kwaliteit van een vrijpartij is beter. Vooral vrouwen genieten na hun vijftigste meer van hun seksleven, blijkt uit een grootschalige Britse studie. Vroeger kon je het je nog permitteren om ouderen niet serieus te nemen, maar door de vergrijzing is de groep oudere mensen zo groot geworden dat ze een steeds belangrijkere rol spelen in het maatschappelijk leven. En dat is fijn voor iedereen. Ouderen zijn namelijk minder vaak crimineel, zijn vriendelijker en behulpzamer en zeuren minder dan jongeren, zo stellen onderzoekers. Waar jongeren vooral voor zichzelf en hun gezin leven, willen ouderen vaak iets terug doen voor de maatschappij. De Duits-Amerikaanse psycholoog Erik Erikson noemt dat de periode van 'generativity':de levensfase waarin persoonlijke ambitie langzaam plaatsmaakt voor de behoefte de wereld een beetje beter te maken.