Veel mensen slikken antidepressiva, maar het duurt een tijdje voordat ze zich beter voelen. Wetenschappers hebben nu ontdekt wat hierachter zit. Medicijnen zoals SSRI’s (selectieve serotonineheropnameremmers) zorgen voor meer verbindingen in de hersenen. Dit helpt tegen angst en verbetert de stemming.
Onderzoekers bekeken waarom deze medicijnen niet meteen werken. Ze volgden gezonde volwassenen die SSRI’s gebruikten en keken naar veranderingen in hun hersenen. Wat bleek? De verbindingen tussen zenuwcellen in de neocortex en hippocampus namen geleidelijk toe. Dit verklaart waarom mensen pas na een tijdje verbetering merken.
Wetenschappers weten nog niet precies hoe SSRI’s werken. Wel laat dit onderzoek zien dat de medicijnen de hersenen flexibeler maken. Dit is belangrijk voor leren, onthouden en stemming. Hoewel de studie werd gedaan bij mensen zonder depressie, geeft het nieuwe kennis over hoe antidepressiva werken. Dit kan helpen bij het ontwikkelen van betere behandelingen in de toekomst.
Bron: Scientias