Ad Vingerhoets, hoogleraar Emotie en Welbevinden aan de Tilburg University en ook wel de ‘huilprofessor’ genaamd, onderzoekt waarom mensen
huilen. Tranen zijn primair een roep om hulp, aldus Vingerhoets in een interview met : een huilende baby wil aandacht en hulp (bv. bij pijn of honger). Die functie blijft huilen later in het leven houden. Maar waarom huilen we dan als we alleen zijn en er niemand is om aandacht en hulp te bieden. ‘Het hoort bij de emotie, bij de psychologische gesteldheid, net als het boze gezicht dat je trekt tijdens een telefoontje, als de ander dat niet kan zien.’ In 2002 onderzochten Vingerhoets en zijn collega Marleen Becht het . Overal huilen
vrouwen vaker dan mannen, maar er zijn duidelijke culturele verschillen. Vooral in westerse landen huilen vrouwen veel vaker dan mannen. Inwoners van landen met meer welvaart en welbevinden huilen het vaakst, waarschijnlijk omdat men in die culturen vrijer is om emoties te uiten. Hoe men zich voelt na een huilbui hangt dan weer af van hoe vaak gehuild wordt binnen een cultuur en of huilen samengaat met gevoelens van schaamte. Een van de redenen waarom vrouwen vaker huilen dan mannen is dat zij vaker blootgesteld worden aan emotionele situaties. In de zorg werken bijvoorbeeld meer vrouwen dan mannen en daar is de kans op emotionele situaties groter dan in de IT of de bouw. Een andere verklaring is de invloed van hormonen: prolactine verlaagt mogelijk de huildrempel bij vrouwen, terwijl het mannelijke geslachtshormoon testosteron juist remmend werkt op tranen. Verder zijn vrouwen eerder geneigd om met machteloosheid te reageren op alledaagse situaties, zoals een auto die niet wil starten. Bij ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een naaste, zijn er veel minder verschillen tussen mannen en vrouwen. En dan is er nog de sociale druk: ‘echte mannen huilen niet’.