Het is vrijwel standaard dat volwassenen klagen over de nieuwe, opgroeiende
generatie die er zo weinig van bakt. Zo staan de nu opgroeiende 'millennials' als egocentrisch en ongeconcentreerd te boek. Maar dat klagen over de jeugd van tegenwoordig is eigenlijk onterecht want elke generatie is slimmer dan de vorige. Door langdurig onderzoek weten we nu dat zo is: Elke generatie heeft een hogere levensstandaard - dus beter voedsel, betere gezondheidszorg en betere opleidingen - dan de generatie ervoor. Wetenschappers van de universiteit van Aberdeen onderzochten 751 mensen waarvan de helft geboren was in 1921 en de andere helft in 1936. De laatste groep bleek intelligenter geworden. Het eerste onderzoek vond plaats op 11-jarige leeftijd en daarna 5 keer tussen 1998 en 2011. Op 11-jarige leeftijd was er een verschil van 3.7. Maar op 62-jarige leeftijd was dat verschil 16.5. Dat was 3 keer meer dan de onderzoekers hadden verwacht. Dr. Robert Staff beschreef het verschil als 'opvallend groot'. Hij verwacht dat de groep uit 1936 een nog hoger IQ zal krijgen. "Vooral opvallend is het feit dat het IQ hoger werd in een periode die 50 jaar in beslag nam," zegt psycholoog en intelligentie-expert Jonathan Plucker. "Dit bewijst dat intelligentie niet vastligt op 11-jarige leeftijd maar het hele leven door kan groeien." Eerder was al aangetoond dat het IQ per 10 jaar ongeveer 3 tot 4 punten hoger kan uitkomen. Plucker: "De uitkomsten van het onderzoek komen overeen met andere onderzoeken. De toename houdt verband met de omgeving en levenswijze, bijvoorbeeld voedsel, educatie, veiligheid en nog vele andere factoren. Die omstandigheden zijn de afgelopen 100 jaar sterk verbeterd en daardoor ook onze vaardigheden om problemen op te lossen."