Waarom sommige hoogbejaarden nog een scherpe geest hebben en anderen niet

De ene tachtiger wordt dement, terwijl de andere superscherp blijft. Een mogelijk reden: de grootte van neuronen in de hersenen.

Hoogbejaarde mensen met een nog scherp verstand hebben veel grotere neuronen in een deel van hun hersenen dan mensen die vele jaren jonger zijn. Dat blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse Northwestern University.

Dat deel van de hersenen is de tweede laag van de entorinale schors. De entorinale schors bestaat uit zes lagen en speelt een belangrijke rol bij ons geheugen. In de tweede laag wordt informatie verzameld uit andere geheugengebieden. En juist in deze laag hebben 80-plussers met een scherpe geest opvallend grote en gezonde neuronen.

Ze zijn bijna een kwart groter dan die van mensen met een beginstadium van alzheimer en 15 procent groter dan bij leeftijdsgenoten. De neuronen zijn zelfs 6 procent groter dan die van mensen die veel jonger zijn. De zogenoemde superagers zijn waarschijnlijk geboren met zulke grote neuronen.

De neuronen beschikken bovendien niet over de zogenoemde alzheimerknopen, die bestaan uit verstrengelde taueiwitten, een kenmerk van de ziekte. De grote neuronen zijn dus beter in staat om hun structuur te behouden en gezond te blijven.

Bron(nen): NU.nl