We voelen schaamte als we de sociale normen waarin we geloven schenden. Op zulke momenten voelen we ons vernederd, blootgesteld en klein en zijn we niet in staat om een ander recht in de ogen te kijken. We willen in de grond zinken en verdwijnen.
Schaamte zorgt ervoor dat we onze focus naar binnen richten en ons hele zelf in een negatief daglicht stellen. Schuldgevoelens daarentegen zijn het gevolg van een concrete actie waarvoor we de verantwoordelijkheid aanvaarden. Schuld zorgt ervoor dat we onze aandacht richten op de gevoelens van anderen.
Vrouwen voelen zich sneller vernederd dan mannen, en pubers schamen zich intenser dan volwassenen. Als gevolg hiervan zijn vrouwen en pubers vatbaarder voor de negatieve effecten van schaamte, zoals een laag zelfbeeld en depressie.
Een aantal belangrijke bevindingen uit onderzoek naar schaamte zijn onder andere:
- Schaamte kan leiden tot vermijdingsgedrag. Mensen die zich vaak schamen, hebben de neiging om situaties te vermijden die hen in verlegenheid kunnen brengen. Dit kan leiden tot sociaal isolement en kan het moeilijker maken om relaties op te bouwen.
- Schaamte kan ook leiden tot verandering van gedrag. Mensen die zich schamen voor hun gedrag of keuzes, hebben de neiging om hun gedrag aan te passen om zich beter te voelen over zichzelf en om te voorkomen dat ze zich in de toekomst opnieuw schamen.
- Schaamte kan ook een sociale functie hebben. In sommige culturen kan schaamte worden gebruikt als een middel om gedrag te reguleren en groepsnormen te handhaven.
- Schaamte kan een negatief effect hebben op het psychologisch welzijn van een persoon. Mensen die zich vaak schamen, kunnen last hebben van negatieve gevoelens zoals depressie, angst en laag zelfbeeld.
- Ten slotte kan schaamte ook een positief effect hebben op het gedrag van een persoon. Mensen die zich schamen voor hun gedrag, kunnen zich gemotiveerd voelen om zichzelf te verbeteren en om betere keuzes te maken in de toekomst.
Kortom, schaamte is een complexe emotie die zowel positieve als negatieve effecten kan hebben op ons welzijn en gedrag, afhankelijk van de context waarin het wordt ervaren en hoe we ermee omgaan