Wat klimaatwetenschappers werkelijk wakker houdt

Wetenschap
door Admin
zondag, 24 januari 2010 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Ook volgens het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature is er vanalles mis met de klimaatwetenschap. Elke wetenschap heeft namelijk zo zijn eigen probleempjes, debatten en onzekerheden. De gaten liggen alleen op hele andere plekken dan veel mensen denken. Wetenschappers zijn eigenlijk zeer eerlijk over hun problemen, maar naar eigen zeggen kunnen ze hier niet goed open over zijn in een tijd waar iedereen maar uitroept over fraude en in elke aanpassing van onduidelijke meetgegevens maar een wereldwijd complot blijft zien. De werkelijke problemen met hun werk zijn (onder andere):
-   Het is ontzettend moeilijk om gedetailleerd per regio aan te geven wat de gevolgen van klimaatverandering zijn. Klimaatwetenschappers kunnen vaak slechts iets zeggen over langere termijnen op globaal niveau. Terwijl het juist op regionaal niveau is waar eventueel maatregelen genomen moeten worden. De meest cruciale informatie is helaas het minst betrouwbaar. -   De neerslag zal toenemen, met name in hoger gelegen gebieden. Het probleem hiermee is echter dat de modellen hier totaal verschillende uitkomsten voor voorspellen. Vooral op het gebied van de winterse neerslag hebben de wetenschappers eerlijk gezegd geen flauw idee hoe klimaatverandering dit zal beïvloeden. De meeste modellen lijken nu de toename van de hoeveelheid neerslag te onderschatten, ook iets waar moeilijk concrete maatregelen op te nemen zijn. -  Het effect van wolken (ja echt!)  Meestal denkt men dat wolken voor koeler weer zorgen omdat ze zonlicht tegenhouden. Over het effect van deeltjes (zout, stof etc) die in de wolken terrecht komen en een invloed op temperatuur en neerslag hebben is helemaal weinig bekend. Er schijnt een enorm tekort aan data te zijn om zinnige uitspraken te doen. - Een vierde probleem is een bekende. Het gaat om het ontbreken van meetgegevens van voor 1850. Wetenschappers gebruiken daarom andere methoden om temperaturen in het verre verleden vast te stellen, zoals de ringen in de stam van oude bomen. De meetgegevens die op deze manier verzameld werden geven een duidelijke temperatuursstijging in de laatste eeuw aan (zie afbeelding, de zwarte lijn komt van thermometer gegevens). Maar ook over deze data is onenigheid. De meetgegevens van de thermometers en die van de boomringen lopen duidelijk niet gelijk. Het is mogelijk dat bomen vanwege de hogere temperatuur nu anders reageren dan vroeger. Deze onzekerheid maakt het reconstueren van oude temperatuurgegevens uiterst moeilijk.
   
Bron(nen): Nature