Het was wereldnieuws in 1996: wetenschappers waren er in geslaagd een schaap te klonen. Dolly, zoals ze heette, was direct een wereldster. Alleen ging het niet goed met haar. Al na een jaar vertoonde ze tekenen van veroudering en na vijf jaar kreeg ze artritis. Ze overleed uiteindelijk op zesjarige leeftijd en werd maar half zo oud als een normaal schaap. Wetenschappers stonden voor een raadsel: kwam de vroegtijdige veroudering door het feit dat Dolly een kloon was of was het gewoon toeval. Dinsdag kwam daar uitsluitsel over. Onderzoekers van de universiteit van Nottingham presenteerden vier kerngezonde gekloonde schapen. Al negen jaar grazen ze fris en fruitig in de wei. De vier Nottingham Dollies zijn de enige overlevenden van een groep van 10 Dolly-klonen. Ze groeiden samen met een groep andere gekloonde schapen en een aantal normale schapen op. "Hun stofwisseling en hart- en vaatstelsel is niet te onderscheiden van dat van normale schapen. De meerderheid van de schapen was erg gezond voor hun leeftijd," vertelt dierenarts Sandra Corr. Voor het klonen van de schapen wordt het DNA uit een cel van een normaal schaap gehaald en in de kern van een eicel geplaatst. Deze nieuwe eicel krijgt vervolgens een kleine schok, in het geval van Dolly een beetje cafeïne, zodat de celdeling op gang komt en er uiteindelijk een levensvatbaar embryo ontstaat. In deze video meer details over het ontstaan van de Dollies.
Bron(nen): Tech Insider