Het Osterrieth 'stadshotel' uit de 18de eeuw aan de Meir in Antwerpen is een monument, maar alleen de gevel staat als monument geclassificeerd. Alles wat er achter staat, mag dus in principe gesloopt worden. Dat is precies wat nu dreigt te gebeuren. Het gebouw werd recent gekocht door vastgoedmaatschappij Athelean voor 24 miljoen euro en wordt bedreigd, volgens de Koninklijke Vereniging voor Natuur en Stedenschoon, de oudste monumentenvereniging van België. Er zijn plannen om er een winkelcentrum in onder te brengen. Alle interieurelementen in typische rococo stijl, tot en met de natuurstenen vloeren, zullen dan worden verkocht. De patriciërswoning, ook wel Hotel van Susteren-du Bois genoemd, werd in het midden van de 18e eeuw gebouwd op de vestingen van een 16e eeuws huis van rijke kooplieden. De verbouwing en uitbreiding was in handen van de Antwerpse architect Jan Peter van Baurscheit de Jonge (1699-1768). In de 19de eeuw werd het huis, na het failliet van de toenmalige eigenaar, toegewezen aan Ernest Osterrieth en het is jarenlang in het bezit gebleven van deze familie. In die tijd was het een trefpunt voor alle notabelen uit Antwerpen en ver daarbuiten. Het huis raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog beschadigd, maar werd nadien opgekocht en gerestaureerd door de Bank van Parijs en Nederlanden (later Dexia). De kunstcollectie - voornamelijk uit de 16e en 17e eeuw - die nu in het huis te vinden is, is niet de oorspronkelijke van de familie Osterrieth, maar werd door de bank verzameld. De belangrijkste stukken zijn ongetwijfeld 2 schetsen van Peter Paul Rubens: ‘De roof van de Sabijnse Maagden’ en ‘De verzoening van de Sabijnen en de Romeinen’. Maar er zijn ook prachtige wandtapijten, authentiek meubilair en de prachtige originele trap met zogenaamde rocaille.
Bron(nen): Knack Belfius De Wereld Morgen