Verschillende buitenlandse media hebben vrijdag bekendgemaakt dat ze voorlopig niet meer vanuit Rusland werken. In navolging van de Britse omroep BBC schort persbureau Bloomberg zijn werkzaamheden op en ook de Amerikaanse nieuwszender CNN stopt zijn uitzendingen in Rusland. De stappen volgen op de beslissing van het Russische parlement om de straffen voor het verspreiden van zogenoemde valse informatie drastisch te verzwaren. Zo is een gevangenisstraf tot vijftien jaar mogelijk bij het opzettelijk verspreiden van valse informatie over de strijdkrachten, indien dat ernstige gevolgen heeft. Er zijn ook hoge boetes voor zogenoemd nepnieuws en het oproepen tot sancties tegen Rusland. "De verandering van de wet, die bedoeld lijkt te zijn om iedere onafhankelijke journalist als crimineel te bestempelen, maakt het onmogelijk om binnen de grenzen van Rusland iets te doen dat ook maar iets wegheeft van normale journalistiek", zegt hoofdredacteur John Micklethwait van Bloomberg in een verklaring. Volgen Micklethwait gaat het vooralsnog om een tijdelijke beslissing. CNN maakte bekend dat hun uitzendingen in Rusland worden stopgezet "terwijl we de situatie en onze volgende stappen blijven evalueren". CNN zendt normaliter 24 uur per dag uit in Rusland. De BBC stopt met de verslaggeving uit Rusland, vanwege de nieuwe wet die "onafhankelijke journalistiek lijkt te criminaliseren", aldus BBC-baas Tim Davie. Eerder op de dag meldde NOS-correspondent in Rusland Iris de Graaf dat ze voorlopig terugkeert naar Nederland vanwege de "te onzekere" werkomstandigheden in het land. Media mogen in hun berichten over de strijd in Oekraïne niet spreken over aanval, invasie of oorlogsverklaring. Volgens het Kremlin gaat het om "een speciale militaire operatie" tegen uitsluitend militaire doelen.