De Nobelprijs voor de vrede gaat naar Malala Yousafzai (17), het Pakistaanse meisje op wie in 2012 een moordaanslag werd gepleegd, vanwege haar strijd voor onderwijs voor meisjes en die sindsdien wereldwijd aandacht vraagt voor dat onderwerp. Zij moet de prijs delen met Kailash Satyarthi, een Indiase journalist/activist die in zijn land slaven bevrijdt. Vanaf jonge leeftijd verzette Malala zich tegen de behandeling van meisjes door de Taliban, die in de Swat-valei van Pakistan de dienst uit maken. Ze maakte onder een schuilnaam een blog voor de BBC, maar trad rond haar 15e ook onder haar eigen naam naar buiten om duidelijk te maken onder welke omstandigheden meisjes moeten leven in gebieden die worden beheerst door de Taliban. In 2012 deed een radicale moslim een poging haar te vermoorden toen ze instapte in een schoolbus. Malala raakte levensgevaarlijk gewond, maar herstelde in een ziekenhuis in Londen. Sindsdien ijvert zij onvermoeibaar en wereldwijd voor de rechten van kinderen in het algemeen en voor het recht op onderwijs voor meisjes in het bijzonder. Kailash Satyarthi strijdt al vele jaren tegen slavernij van kinderen in India. Kinderhandel is lucratieve business in India; misdadigers verdienen er miljoenen euro’s aan. Eigenaren van illegale naaiateliers betalen tweehonderd euro voor een jongen. Voor een meisje wordt het dubbele bedrag neergeteld.