Tot grote verbijstering van alle Wie is de Mol-kijkers kreeg Stine Jensen zaterdag een rood scherm te zien. Zeker een derde van de kijkers was ervan overtuigd dat zij De Mol was. Zelf moet ze er erg om lachen, vertelt ze in het Algemeen Dagblad. "Ik heb van zo veel mensen gehoord dat ze ervan overtuigd waren dat ik het was. Zelfs nu nog hoor ik: jij bent het echt, je komt vast en zeker volgende week terug?’’ Maar dat gebeurt niet, zegt ze stellig. Achteraf begrijpt ze wel waarom de verdenking op haar kwam te liggen. "Ik snapte het pas toen ik de uitzendingen zag. Tijdens de opnames was ik gewoon authentiek. Ik gebruikte mijn onhandigheid als mijn wapen. En ik had echt een blessure aan mijn pols.’’ Al is ze niet helemaal onschuldig aan het door de montage ontstane beeld. "Als specialiste in list en bedrog heb ik wel geprobeerd de verdenking op me te laden om mijn medekandidaten in verwarring te brengen. Maar ik heb heel weinig gelogen, eigenlijk alleen een keer in het begin, over hoe vaak ik Art gebeld had bij een opdracht." Ze vervolgt: "Ik heb de waarheid gelogen; wat je vertelt klopt, maar het komt over als een leugen. Dat heeft ook te maken met lichaamstaal, dat is zo’n belangrijk deel van communicatie. Daar heb ik in mijn boek uitgebreid over geschreven. Door de manier waarop ik me liet zien, zal het zijn overgekomen als mollen. Maar jongens, zo erg was het toch niet? Ik heb toch best bijgedragen aan de pot?’’ Een simpele rekensom maakt duidelijk dat ze de pot niet groter, maar kleiner heeft gemaakt. "Nee, echt? Oh jee, dan ben ik dus echt de grootste hulpmol allertijden. Wat zal de echte mol hebben gelachen!’’
Bron(nen): AD