Heaven of Delight is een kunstwerk dat in 2002 werd ontworpen door Jan Fabre. Het plafond en de centrale luchter van de Spiegelzaal werden bekleed met anderhalf miljoen glinsterende Thaise juweelkevers. Het is één van de pronkstukken van het paleis, gemaakt in opdracht van koningin Paola. Zij werkte zelfs mee, legde enkele scarabeeën in de vorm van de letter P wat naar haar invloed verwijst. Maar er zitten nog andere symbolen in de kevers: giraffenpoten, vissen, afgekapte handen en 2 doodshoofden. Dat onthulde de kunstenaar gisteren in het VTM-programma Royalty. ‘De patronen zijn een kritische noot bij het koloniale verleden van België', zegt Fabre. Het Paleis weet van niets. ‘We kunnen die symbolen niet onderscheiden. Dus we kunnen daarin nog geen standpunt innemen', zegt woordvoerder Bruno Neve De Mevergnies.
De volgende controverse rond Fabre dus. Nadat hij eerder de zuilen van de aula van de universiteit van Gent bekleedde met rauwe ham en katten gooide in het stadhuis van Antwerpen, is nu dus het Paleis in Brussel aan de beurt.
In 2008 maakte Fabre ook een werk, getiteld: Ik heb een stuk van het plafond van het koninklijk paleis moeten uitbreken omdat er iets uitgroeide, dat in 2011 te zien was in het Kröller-Müller museum. Het is een grote plaat met daarop een replica van het kunstwerk in de Spiegelzaal. Op de plaat ligt een zwarte man met zweepslagen op de rug, een explicietere verwijzing naar Belgisch Congo. ‘Ik maakte het omdat iedereen dat plafond zo subliem vond, maar niemand over de onderliggende boodschap sprak', zei Fabre daarover in het tijdschrift Kunstletters. Maar de boodschap kwam niet over bij de bezoekers van het koninklijk paleis. Voor hen bleef de Spiegelzaal vooral een ode aan Paola.
Vraag is: zijn die giraffenpoten en doodshoofden er wel? Fabre zelf wil ze niet aanwijzen op de foto. ‘Je moet rondlopen in de zaal, het bekijken bij de juiste lichtinval.' Volgens zijn assistente is dat de essentie van geheime symbolen. ‘De bedoeling van die symbolen is net om mensen te leren kijken naar kunst.'
Bron(nen): Het Nieuwsblad