Jan Rot gaat dood. Misschien al over een half jaar. Misschien wat later. Maar hij is niet boos en hij gaat ook niet vechten. "Op wie moet ik boos zijn? Als ik mijn hele leven had doorgerookt en longkanker had, dan had ik gedacht: Jezus man, hoe vaak zag je dat niet op dat pakje staan? Maar dat is het niet. Misschien had ik meer moeten bewegen, dat advies krijg ik nu van de dokters. Ik heb echt een hekel aan zinloos bewegen. Het komt toch neer op die aanvaarding. Ik heb niet het gevoel dat ik tegen deze kanker zou moeten vechten, ik zou niet weten hoe. Kan ik die kankercellen toespreken? Ik denk het niet. Ik denk wel dat het helpt als ik opgewekt blijf,’’ zegt hij tegen het AD. In die krant gaat hij wekelijks in een column verslag doen van zijn resterende dagen.
Rot zat met zijn vrouw Daan en oudste dochter Elvis (19) eind juli tegenover de arts die vertelde dat hij niet meer beter zou worden. De operatie mocht geslaagd zijn, de kankercellen hadden hun destructieve werk niet opgegeven. ,,We gingen naar dat gesprek in de hoop te horen dat de stipjes die nog te zien waren op de scans met bestralingen zouden verdwijnen. Maar de werkelijkheid was anders. Ik zou de 65 waarschijnlijk niet halen. Dat is dus kerst volgend jaar. Nou, die boodschap had ik niet eerder gehoord, dat was een nieuwe ervaring voor me. Hoe ik reageerde? Ik zeg altijd dat je moet meesurfen op de golven van het leven. Dat was nu ook zo. Onmiddellijk had ik de reflex: niet te lang bij stilstaan, het is zo. Ik word niet meer beter. Ik herinner me wel dat ik het een absurde boodschap vond. Ik dacht: Kanker? Ongeneeslijk ziek? Dat is helemaal niets voor mij. Nu ik dit vertel, grijns ik er weer bij. Om absurditeiten kun je maar het beste grijnzen.”
Rot vertaalde My way, van Sinatra, in het Nederlands.
Dit was wat ik was
Zie ik het doek al langzaam sluiten
Mijn vriend, geen punt voor mij
Ik sluit het boek, ken het van buiten
Voor twee heb ik geleefd
Waar ‘alles doen’ mijn grootste kick was
Maar meer, veel meer dan dat
Dit was wat ik was
En spijt, ja af en toe
Maar ‘af en toe’ doet niet ter zake
Ik deed wat ik moest doen
Zonder gedoe, het leven maken
Ik ging mijn eigen gang
Ook wat voor mij geen vaste prik was
Maar meer, veel meer dan dat
Dit was wat ik was
En al te vaak, wie zag het niet
Schoot ik voorbij mijn eigen limiet
Al stond ik rood, verschoot mijn kruit
Ik vrat ze op of spoog het uit
Ik hield me groot, ik vocht me dood
En was wat ik was
Je leeft, met lach en traan
Een boel geoogst, en veel verloren
En nou, zie ik me staan
En scheid het kaf van het koren
Ik kijk al grijnzend terug
En doe nou niet of het niks was
Nee, nee, dan zeg ik:
hé Dit was wat ik was
Want wat is een mens, behalve dat
Waar ie voor staat en wat ie had
Ik zeg gewoon zoals het voelt
En zwak niet af wat ik bedoel
Want einde rit, staat zwart op wit:
Dit was wat ik was
Bron(nen): AD