In Scandinavië is alles beter, lijkt heel Europa tegenwoordig te denken. Maar dat valt erg tegen, legt journalist Michael Booth uit in The Guardian. Hij is getrouwd met een Deense en komt er vaak. Land voor land brandt hij Scandinavië tot de grond toe af. Heel Europa wil op Scandinavië lijken. Er wonen alleen maar mooie mensen in prettige huizen met
kinderen, die rustig met houten speelgoed spelen, zo stellen we ons voor. De steden zitten vol met jongeren met knotjes, die leuke start-upjes beginnen en lekker hardlopen in de bossen. Ondertussen is er een fijne overheid, die goed zorgt voor haar burgers. Het is zelfs zo erg dat we onze unieke gezelligheid hebben ingeruild voor de Deense term 'hygge' en goed is goed genoeg heet tegenwoordig op zijn Zweeds 'Lagom'. Maar Booth weet wel beter en somt genadeloos de feiten op. Hij begint met het gelukscijfer van de Denen, zogezegd het gelukkigste volk ter wereld. Hoe kan het dan, vraagt hij zich af, dat er geen land is waar zoveel antidepressiva worden geslikt? Ander probleem is de extreem lage productiviteit. De Denen werken weinig en niet zo hard, toch houden ze er een luxueuze levensstijl op na. Het gevolg: de Denen hebben gemiddeld de hoogste privéschulden ter wereld (vier keer zo hoog als de Italianen, genoeg voor een waarschuwing van het IMF). Hij vervolgt: 'Het meest navrante geheim is misschien wel dat de Denen, afgaande op een rapport van het Wereld Natuur Fonds uit 2012, de op drie na grootste ‘ecologische voetafdruk’ van de hele wereld hebben. Groter nog dan die van de Amerikanen.' De Denen zijn dus niet groen, niet gelukkig en ook niet rijk. En de zorg en het onderwijs dan? Volgens het Programme for International Student Assessment (PISA) van de OESO scoort het Deense onderwijs nog slechter dan het Britse. De gezondheids zorg vertoont ook de nodige gebreken. Volgens het World Cancer Research Fund komt kanker in
Denemarken meer voor dan waar ook ter wereld. Maar het allerbelangrijkste, vindt Booth: er is steeds minder sprake van economische gelijkheid. Volgens een artikel in Politiken van januari is het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft de afgelopen tien jaar verdubbeld. Zowel in
Zweden als in Denemarken is er veel racisme, maar dat is niet zo erg als in Noorwegen. De rechtse, anti-islamitische Fremskrittspartiet – waar Breivik vele jaren actief lid van is geweest – haalde er bij de landelijke verkiezingen 16,3 procent van de stemmen, genoeg om voor het eerst in de geschiedenis van de partij deel uit te maken van een coalitieregering. De Noren zijn ook hypocriet als het om duurzame energie gaat. Booth: 'Ze laten zich erop voorstaan dat ze alleen duurzame energiebronnen gebruiken, terwijl ze ondertussen het grootste soevereine kapitaal ter wereld vergaren door ons allemaal fossiele brandstoffen te verkopen.' Ook op de Finnen hoef je niet jaloers te zijn. Uit eigen ervaring weet Booth, die tien jaar in Denemarken woonde: 'In de zomer word je in Finland belaagd door muggen, in de winter vries je er dood – vooropgesteld dat je niet wordt doodgeschoten, of dat je jezelf doodschiet. Finland staat op de derde plaats waar het om wapenbezit gaat en doet daarin slechts onder voor Amerika en Jemen.' Het land kent relatief de meeste moorden van West-Europa. Alcohol is de belangrijkste doodsoorzaak voor Finse mannen. En was Finland ooit ‘de onderwijsgrootmacht van het Westen’, het is nu teruggezakt in de meest recente PISA-ranglijst.
'Dat de Scandinavische landen op talloze fronten succesvol zijn, hoeft geen verbazing te wekken', besluit de journalist. 'Ze zijn ontstaan uit een combinatie van lutheraanse eerbaarheid, boerse zuinigheid, geografisch determinisme en nietsontziend pragmatisme.' Dat klinkt toch niet als iets wat we moeten willen nastreven.