Marieke Lucas Rijneveld reageert, in de Volkskrant, op de commotie met dit gedicht.
Nooit het verzet kwijtgeraakt, het oergewoel in lief en leed, of toegegeven aan de kanselpreek, aan Het Woord over wat goed of fout, nooit te lui geweest om op te staan, om tegen alle bullebakken in te gaan en met geheven vuisten de hokjesgeest bevechten, tegen de rellen in je hoofd van het
niet-weten, om de onmacht met het stierenrood in je ogen te temperen, of met rotsentrots altijd je eigen zin te verkondigen, toe te kijken hoe iemand tot moes en het laatste restje waardigheid te zien wegsijpelen, je bent tegen schedelmeten, tegen knechtschap, tegen alle hoekigheid van de mens.
Nooit het verzet kwijtgeraakt, de kiem van de ontworsteling, je afkomst draagt een rouwkleed, je afkomst had gelukkig een vluchtstrook, niet dat je over alles mee kunt praten, dat je altijd ziet hoe het gras aan de andere kant soms dor en minder groen – het gaat erom dat je je kunt
verplaatsen, dat je de verdrietzee achter andermans ogen ziet liggen, de woekerwoede van heb-ik-jou-daar, je wilt zeggen dat je misschien niet alles begrijpt, dat je vast nooit helemaal de geraakte snaar vindt, maar dat je het wel voelt, ja, je voelt het, ook al is het verschil duimbreed.
Nooit het verzet kwijtgeraakt, en toch inzien wanneer het niet jouw plek is, wanneer je moet knielen voor een gedicht omdat een ander het beter bewoonbaar maakt, niet uit onwil, niet uit verslagenheid, maar omdat je weet dat er zoveel ongelijkheid, dat er nog steeds mensen achtergesteld,
jij wilt juist verbroedering, je wilt één vuist, en wellicht is je hand nu nog niet krachtig genoeg, of moet je eerst die van de ander vastpakken om te verzoenen, moet je daadwerkelijk de hoop voelen dat je iets doet wat de wereld zal verbeteren, al moet je dit niet vergeten: kom na het knielen weer overeind en recht samen de rug.
Marieke Lucas Rijneveld
De Guardian heeft het gedicht vandaag ook. Vertaald in het Engels
Bron(nen): Volkskrant