Een huis kopen in Nederland is moeilijk, zeker voor starters. De prijzen zijn in vrijwel elke stad torenhoog en het aanbod is minimaal. Maar is dat in andere landen zoveel beter? De NOS maakte een vergelijking.
DuitslandIn Duitsland kopen jongeren gemiddeld pas op hun 35ste hun eerste woning. Dat komt deels door de hoge prijzen in de steden en deels door de strenge regels van banken, weet NOS-correspondent Wouter Zwart. "Waar je als koper in Nederland het volledige aankoopbedrag van een huis kan lenen, is dat in Duitsland maar zeventig procent. Dertig procent van het bedrag moet je dus zelf inleggen. In regio's waar er al weinig huizen zijn, wordt het voor jongeren zo ontzettend moeilijk om ertussen te komen." Toch is het in Duitsland niet echt een thema. Dat komt volgens Zwart door het goede sociale vangnet. "Je woning is hier niet per se je pensioen."
Verenigd KoninkrijkIn het Verenigd Koninkrijk zijn met name de grote steden duur. Jongeren blijven dus heel lang huren, legt hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, Peter Boelhouwer uit aan de NOS. "Bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk is de huursector de afgelopen jaren verdubbeld. Taferelen zoals in die serie Friends, waar volwassenen bij elkaar in huis wonen, zijn in Londen heel normaal. Artsen en advocaten wonen daar heel vaak samen met anderen."
SpanjeSpanjecorrespondent Rop Zoutberg ziet in Zuid-Europa juist dalende woningprijzen, nog extra aangezet door de pandemie, waardoor toeristenwoningen niet werden verhuurd. Toch betekent dat niet dat jongeren er gemakkelijk een huis kunnen kopen. "Er is hier een mop: Jezus was eigenlijk een Spanjaard. Hij was 33 en woonde nog bij zijn moeder." Zoutberg legt uit: "Een modaal salaris hier is 1640 euro, maar dat bedrag zullen jongeren zelden halen. Bovendien is de werkloosheid onder die groep nu 40,7 procent. Een eigen woning is voor de meeste jongeren een onbereikbaar ideaal."
Bron(nen): NOS