Het begrotingstekort van de eurolanden is in 2015 gedaald tot 2,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat liet het Europese statistiekbureau Eurostat donderdag weten.
In 2014 bedroeg het tekort nog 2,6 procent. De staatsschuld van het eurogebied kwam eind vorig jaar uit op 90,7 procent van het bbp, tegen 92 procent een jaar eerder. De Europese begrotingsregels schrijven voor dat landen hun tekort moeten beperken tot maximaal 3 procent van het bbp en dat de schuld hoogstens 60 procent mag bedragen.
Eurostat registreerde voor de gehele Europese Unie een tekort van 2,4 procent, tegen 3 procent in 2014. De schuld zakte van 86,8 naar 85,2 procent. Voor Nederland werd een tekort gemeten van 1,8 procent van het bbp, met een schuld van 65,1 procent.
Overschotten en tekorten
Het statistiekbureau meldde verder dat in 2015 Luxemburg, Duitsland en Estland een overschot op de begroting hadden, terwijl Griekenland, Spanje, Portugal en Groot-Brittannië de hoogste tekorten noteerden. Wat betreft staatsschuld presteerde Estland het beste en Griekenland het slechtste.
Volgens Eurostat groeide de omvang van de economie van de eurozone vorig jaar tot ruim 10.000 miljard euro en stond de gezamenlijke schuld van de eurolanden op 9440 miljard euro.