Olie is de afgelopen week flink goedkoper geworden. Een vat Amerikaanse WTI-olie kost nu 67,67 dollar, na pieken in april van circa 87 dollar per vat. Brentolie kost nu circa 71 dollar per vat, terwijl in april nog meer dan 90 dollar moest worden betaald. De prijsdaling is goed nieuws voor automobilisten door verder dalende brandstofprijzen aan de pomp.
Volgens consumentencollectief UnitedConsumers is de adviesprijs voor een liter Euro95 nu 2,09 euro. In april betaalden consumenten nog rond de 2,28 euro per liter. De adviesprijs voor een liter diesel is nu 1,80 euro, dat was in april nog rond de 1,99 euro. Die adviesprijzen van de grote oliemaatschappijen worden doorgaans alleen langs snelwegen gerekend, want elders liggen de prijzen vaak lager.
De olieprijzen dalen al langer. Aanleiding is onder meer een plan van oliekartel OPEC+ om de productie weer geleidelijk te gaan verhogen, in oktober en november met 180.000 vaten per dag. Die plannen werden eerder deze week op de lange baan geschoven, maar op termijn wil het kartel alsnog de productie verhogen.
De vraag naar olie valt echter tegen. Zo zijn er zorgen over een zwakkere olievraag in China door tegenvallende cijfers over de Chinese industrie. China is 's werelds grootste olie-importeur. Er spelen al langer zorgen op de oliemarkt over de kwakkelende Chinese economie en olievraag. Ook over de Amerikaanse olievraag is er onzekerheid.