Je belegt geld om er rijker van te worden, of minstens niet armer. Dat laatste is nu niet denkbeeldig: de beurs staat historisch hoog en kan zo maar een ruk naar beneden maken. Om je zo goed mogelijk in te dekken moet je (volgens de beleggingsexperts van de Suddeutsche Zeitung) oppassen voor 7 veel gemaakte fouten:
1. Alles inzetten op aandelen.
Aandelen zijn momenteel bijna de enige vorm van beleggen met rendementen. Dit je verleiden om al je spaargeld te beleggen in aandelen, aandelenfondsen of beursgenoteerde indexfondsen (ETF's). Het risico: "Als de aandelenmarkt instort, wordt je hele portefeuille aangetast", zegt Franz-Josef Leven, adjunct-directeur van het Deutsches Aktieninstitut.
Beleggers moeten daarom hun geld over verschillende activaklassen verdelen - naast aandelen, bijvoorbeeld onroerend goed of fondsen die in obligaties beleggen.
2. Te weinig risicospreiding
Veel beleggers hebben slechts enkele individuele aandelen of fondsen in hun portefeuille die in specifieke sectoren, zoals biotechnologie.
Voor een "goede risicospreiding" is dat volgens de Stiftung Warentest echter niet voldoende. Het is waar dat met individuele aandelen soms hoge winsten kunnen worden behaald. Bij een bedrijfstak- of bedrijfscrisis bestaat echter ook een risico op hoge verliezen.
Beleggers dienen het risico daarom breed te spreiden over regio's en bedrijfstakken. De eenvoudigste manier om dit te doen is met een ETF op een wereldwijde aandelenindex, zoals de MSCI All Country World.
3. Je laten leiden door emoties
De aandelenmarkt zet vaak emotionele valstrikken voor beleggers. Hoe hoger de prijs van een aandeel bijvoorbeeld stijgt, hoe meer mensen het kopen.
Door te doen wat iedereen doet, beschermen ze zichzelf ook emotioneel tegen verliezen, zegt Martin Weber, beurspsycholoog aan de Universiteit van Mannheim: "Als het verlies optreedt, kun je zeggen: Iedereen heeft het zo gedaan." Dergelijke fouten kunnen worden vermeden zolang de portefeuille voornamelijk bestaat uit breed gespreide fondsen of ETF's. Dan kun je speculeren met een paar losse aandelen, dus Weber: "Dat voldoet aan de wens om te participeren op de beurs, maar brengt de winstsituatie niet in gevaar."
4. Denk niet in een te korte termijn
Beleggen moet je niet doen met geld waarvan je binnenkort een nieuwe Cv-ketel moet kopen. Bij beleggen moet je geen haast hebben. En je moet niet te vaak kopen en verkopen. Studies tonen aan 'actieve beleggers' het niet beter doen dan beleggers die niets doen.
5. Te weinig weten
Beleggers weten vaak niet welke bedrijven in hun fondsen zitten of wat het bedrijf precies doet waarvan ze de aandelen houden. "Maar je moet het bedrijfsmodel begrijpen van het bedrijf waarin je investeert", zegt Leven. Als onduidelijk is hoe het bedrijf in de toekomst geld wil gaan verdienen, "kun je beter uit de buurt blijven", adviseert hij.
6. Let op de kosten
Als je in een beleggingsfonds investeert, wees je dan bewust van de terugkerende kosten. Wie een actief beheerd fonds koopt met vijf procent 5 procent instapkosten en jaarkosten van twee procent en voor 10.000 euro meedoet, heeft na tien jaar 11.550 euro bij een jaarlijkse waardestijging van vier procent. Voor een ETF zonder aanschafkosten en lopende kosten van 0,2 procent is dat 14.510 euro.
7. Leer van je fouten
Beleggers maken vaak steeds dezelfde fouten. "Ze zien ze niet of herinneren ze zich niet", zegt professor financiën Weber.
Hij raadt je aan om een beleggingsdagboek bij te houden, waarin je opschrijft welke effecten je hebt gekocht en waarom en wat daaruit is voortgekomen. "Zo kun je zien waar je fout zat", zegt Weber.