Een derde van de ondernemers overweegt te stoppen, maar heeft geen plan

Economie
dinsdag, 10 september 2024 om 12:13
bijgewerkt om dinsdag, 10 september 2024 om 16:20
anp 489094203
Een op de drie Nederlandse ondernemers speelt met de gedachte om te stoppen, maar heeft geen concreet plan van aanpak. Dit blijkt uit onderzoek van fusie- en overnamebureau Marktlink.
Opvallend genoeg heeft zes op de tien ondernemers geen duidelijke exit-strategie. Tom Beltman, partner bij Marktlink, benadrukt in De Telegraaf hoe belangrijk het is om op tijd met de voorbereidingen te beginnen: "Ondernemers realiseren zich onvoldoende dat het vaak jaren duurt voordat een bedrijf en zijzelf verkoopklaar zijn."
Geen exit-strategie
Met andere woorden: even snel je bedrijf van de hand doen, is er niet bij. Ruim de helft van de ondervraagde ondernemers (51%) weet bovendien niet welke stappen nodig zijn om hun onderneming te beëindigen of te verkopen. En slechts een derde heeft enig idee hoeveel ze financieel gezien moeten binnenhalen om zorgeloos met pensioen te gaan.
Beltman adviseert ondernemers om zich al drie tot vijf jaar voor de geplande verkoop te laten informeren over zaken als waardebepaling en potentiële kopers. "Wanneer je als ondernemer te lang wacht met het ontwikkelen van een exit-strategie, is de kans groot dat je door moet blijven werken," waarschuwt hij. “Ook als je vermoeid bent door factoren zoals nieuwe wet- en regelgeving, conflicterende visies met latere generaties, of het niet meer kunnen bijbenen van technologische ontwikkelingen.”
Verkoopgolf door vergrijzing op komst
Beltman wijst ook op een ander risico van uitstelgedrag: de naderende verkoopgolf als gevolg van de vergrijzing. Als al die ondernemers tegelijk hun bedrijf in de etalage zetten, dan komt de verkoopprijs onder druk te staan.
“Ondernemers die twijfelen over een verkoop en van plan zijn het bedrijf binnen vijf jaar te verkopen, zijn vaak terughoudend met grote investeringen. Deze terughoudendheid kan de groei en ontwikkeling van een bedrijf in de weg staan”, aldus Beltman.