De tweede coronagolf maakt de economische vooruitzichten van de eurozone nog grimmiger. Mocht er nog een sprankje hoop zijn op een snel herstel, dan is dat nu wel weg. Dat ziet ook eurocommissairs Valdis Dombrovskis. “Het is niet overal kommer en kwel, maar wat we nu zien zal effect hebben op onze nieuwe ramingen”, zegt hij in de Volkskrant.
Tijd dringtDe 49-jarige Let is commissaris voor ‘Een economie die werkt voor mensen’. “Helaas wordt ons scenario van deze zomer niet bewaarheid”, zegt hij in een online interview met zeven Europese kranten. Of het Europese steunpakket van 750 miljard euro nu nog wel genoeg is? “De economische analyse waarop het herstelplan stoelde, was van meet af aan omgeven met onzekerheden”, klinkt het voorzichtig. “Onzekerheid over het verloop van de pandemie, over de economische situatie. Daarom hebben we het plan al eerder aangepast: 70 procent van het geld wordt verdeeld over de EU-landen op basis van de huidige ramingen, over de overige 30 procent beslissen we in 2022 als we beter zicht hebben op welke landen het zwaarst geraakt zijn door de pandemie. Nu is van belang dat het geld daadwerkelijk - vóór de lente - bij de bedrijven en burgers terechtkomt. Ik roep de lidstaten en het Europees Parlement op snel het akkoord van de leiders over het herstelfonds af te zegenen. De tijd dringt. Hoe sneller de miljarden in de economie worden gepompt, hoe beter.”
Onhoudbare schuldenOm de EU-lidstaten alle ruimte te geven om hun economie te stutten, is het stabiliteitspact (met maxima voor tekort en staatsschuld) opgeschort. “De recessie leidt onvermijdelijk tot hogere staatsschulden. De Commissie heeft de lidstaten laten weten dat de uitzonderingsclausule in het stabiliteitspact ook volgend jaar nog van kracht blijft. We roepen de regeringen op hun stimuleringsplannen zeker niet te vroeg af te bouwen. In het voorjaar van 2021 bezien we of de vrijstelling van de begrotingsregels ook voor 2022 moet gelden. Om onhoudbare schulden te voorkomen, moeten de steunmaatregelen van landen doelgericht en tijdelijk zijn. Het is balanceren tussen houdbare overheidsfinanciën en crisisbestrijding.”
EvenwichtDe eurocommissaris erkent de grote verschillen in economische slagkracht tussen Noord-Europa enerzijds en de Zuid- en Oost-Europese landen anderzijds. Zo is er relatief veel meer staatssteun goedgekeurd aan Duitse ondernemingen. “Het is duidelijk dat niet alle lidstaten evenveel kunnen doen om hun bedrijven te helpen. Landen met hoge schulden en lage groei zijn in het nadeel. De tijdelijke versoepeling van de staatssteunregels creëert ongelijkheid tussen lidstaten, tussen bedrijven. Het is niet anders: als we onze bedrijven nu niet steunen, gaat de hele Europese economie onderuit en duurt het herstel nog veel langer. Dit is gewoon noodzakelijk. Juist daarom is er ook het herstelfonds, dat geeft vooral steun aan de lidstaten die geen financiële armslag voor hun bedrijven hebben. Dat brengt de zaak weer wat in evenwicht.”