De Europese beurzen stonden donderdag in het rood. Daarmee kon geen vervolg worden gegeven aan het herstel dat woensdag werd opgetekend. Beleggers verwerkten de Amerikaanse en Japanse rentebesluiten. In Amsterdam stond chipmachinefabrikant ASML in de belangstelling na een miljardenovername.
De AEX-index in Amsterdam noteerde tegen het middaguur 0,7 procent lager op 416,83 punten. De MidKap daalde 1,2 procent tot 614,04 punten. De graadmeters in Londen, Frankfurt en Parijs verloren tot 0,8 procent.
De Federal Reserve hield zoals verwacht de rente ongewijzigd. De onzekerheid rond een mogelijke Brexit speelde volgens de koepel van Amerikaanse centrale banken een rol bij het besluit om de rente op het huidige niveau te handhaven. De Fed verwacht later dit jaar nog wel met twee rentestappen te komen. De Japanse centrale bank liet zijn monetaire beleid eveneens onveranderd. De Nikkei sloot mede daardoor flink lager.
ASML verliest
ASML (min 0,4 procent) neemt het Taiwanese Hermes Microvision over voor omgerekend ruim 2,7 miljard euro. Met de aankoop voegt ASML technologie aan zijn portfolio toe waarmee kleinere chips gemaakt kunnen worden. Naar verwachting wordt de transactie in het vierde kwartaal afgerond.
Digitaal beveiliger Gemalto ging aan kop in de AEX met een plus van 1,9 procent, geholpen door een adviesverhoging van Berenberg. Maritiem oliedienstverlener SBM Offshore stond bij het fondsen onderaan met een verlies van 1,5 procent. In de MidKap toonde verzekeraar Delta Lloyd de grootste min, met 3,5 procent.
Fagron onderuit
Fagron zakte bij de kleinere fondsen 5,8 procent. De apotheektoeleverancier kondigde aan maximaal ruim 17 miljoen nieuwe aandelen uit te geven aan bestaande aandeelhouders om zo 88,2 miljoen euro op te halen. De emissie maakt deel uit van een eerder aangekondigde kapitaalverhoging die werd verdeeld in twee stappen. In mei werd het eerste deel van de kapitaalverhoging ter waarde van 131 miljoen euro afgerond.
De olieprijzen gingen voor de zesde handelsdag op rij omlaag, de langste verliesreeks sinds februari. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 1,1 procent tot 47,49 dollar. Brent werd 1,1 procent goedkoper tot 48,42 dollar.
De euro was 1,1255 dollar waard, tegen 1,1244 dollar bij het Europese slot woensdag.