Geen Amerika, maar zeker geen Zweden: kansenongelijkheid neemt toe in Nederland

Economie
woensdag, 04 maart 2020 om 10:53
welingelichtekringen header 1
De kansenongelijkheid neemt toe in Nederland. Na drie kabinetten Rutte is dat misschien niet eens zo verrassend. Treurig, dat is het wel. Het onderwijs is niet de grote gelijkmaker die het zou moeten zijn.
We zijn nog geen Amerika, maar presteren wel slechter dan bijvoorbeeld Zweden en Canada, blijkt uit een nieuwe studie van het Centraal Planbureau. Word je als kind geboren in een gezin uit de laagste inkomensklasse dan heb je maar 12 procent kans om als volwassene tot de groep met de hoogste inkomens te behoren. In 2005 lag dat percentage op 14 procent.
Een op de drie kinderen uit een gezin met een laag inkomen heeft later zelf ook een laag inkomen. Dat gold in 2015 nog maar voor iets meer dan een kwart van de gevallen. Kinderen van rijke ouders blijven evenveel kans hebben om later zelf ook rijk te worden. Bijna drie op de tien slaagt daarin.
Dat heeft weinig met hun intelligentie of arbeidsethos te maken, maar veel meer met hun afkomst: ze wonen in betere buurten en huizen. Ook is er meer geld voor huiswerkbegeleiding. Verder worden rijke kinderen omringd door mensen, die gezonder leven, een beter netwerk hebben en over een betere taalvaardigheid beschikken.
Belangrijkste punt is dat onderwijs niet de grote gelijkmaker is gebleken, zoals is beloofd. Arme kinderen komen in klassen met andere arme kinderen. Op deze scholen zijn er meer lerarentekorten, is er meer lesuitval en zijn de klassen groter.
Bovendien krijgen kinderen van rijke ouders vaker een hoger schooladvies, omdat ouders dat eisen en omdat leerkrachten denken dat er genoeg geld is voor extra begeleiding.
Erfenissen en schenkingen zorgen er vervolgens voor dat deze kinderen sneller een eigen huis kunnen kopen en zo vermogen kunnen opbouwen.
Het CPB vindt het bijzonder dat overheidsbeleid die kansenongelijkheid alleen maar vergroot door bijvoorbeeld de drempel voor belastingvrij schenken te verhogen. Op het gebied van gelijkwaardiger onderwijs, gebeurt er veel te weinig.