De Nederlandse bewindvoerder bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Paul Hilbers waarschuwt voor de mogelijkheid van een te sterke loonstijging in Nederland. Volgens hem moeten vakbonden en werkgevers zich bij loononderhandelingen realiseren dat als ze een te hoge loonstijging afspreken, dit in geen van beider belang is.
In lijn met wat president van De Nederlandsche Bank (DNB) Klaas Knot onlangs al aangaf, vindt Hilbers de looneis van 7 procent die vakbond FNV heeft aangekondigd voor volgend jaar "vrij fors". De inflatie is immers behoorlijk afgenomen en is bij lange na niet meer zo hoog als net na de Russische inval in Oekraïne.
De IMF-bestuurder vindt de situatie reden om alert te blijven, laat hij weten in gesprek met het ANP. Want als de loongroei te hoog uitpakt, dreigt er weer een nieuwe reeks prijsverhogingen en wordt het leven voor iedereen duurder. Niemand zou daar baat bij hebben, stelt hij.
Geen belang
"De werkgever heeft daar geen belang bij, omdat die dan meer kosten moet maken. Maar ook de werknemer heeft uiteindelijk geen belang bij een loonsverhoging die zo hoog is dat zijn werkgever als het ware automatisch wordt gedwongen tot prijsverhogingen om de hogere loonkosten te compenseren."
Hilbers vervolgt: "Als je een loonsverhoging krijgt waarvan de verhoging alleen maar weglekt in de vorm van hogere inflatie, betekent dit eigenlijk dat je er weinig aan overhoudt."
Loon-prijsspiraal
Momenteel ziet Hilbers nog geen loon-prijsspiraal, een fenomeen waarbij de loongroei de inflatie aanjaagt. Maar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde onlangs wel een recordstijging voor de Nederlandse cao-lonen, van gemiddeld 6,8 procent. Het statistiekbureau merkte ook dat sommige diensten in prijs waren gestegen nadat in die sector de lonen sterk waren verhoogd.
Dat laatste is in de ogen van Hilbers nog niet direct reden tot zorg, zegt hij. "Een loon-prijsspiraal is echt iets wat gewoon vanzelf doorloopt. Het versterkt zichzelf. Dat zien we nog niet terug in de data."
Wat voor loonsverhoging dan wel acceptabel is in het grotere economische plaatje, is volgens de IMF-bestuurder niet in een antwoord te vatten. "Er zijn sectoren waar het heel goed gaat. Daar is meer financiële ruimte en kan je werknemers laten meedelen in die goede gang van zaken", geeft hij aan. "Maar je hebt ook sectoren waar het slecht gaat en daar moet je opletten. Voor je het weet komen bedrijven daar in moeilijkheden."