In welke landen is de kloof tussen mannen en vrouwen het kleinst?

Economie
maandag, 01 juli 2024 om 17:51
bijgewerkt om maandag, 01 juli 2024 om 19:48
anp 489350848
Vrouwen op de hoogste treden van de carrièreladder zijn allang geen uitzondering meer, maar de topposities zijn nog altijd niet gelijk verdeeld, blijkt uit de nieuwste Glass-Ceiling Index van The Economist.
De index maakt duidelijk welke OESO-landen vrouwen de beste kansen bieden op een gelijke behandeling op de werkvloer. In 2023 – en vele jaren daarvoor – zijn de Scandinavische landen het beste in het doorbreken van het glazen plafond, terwijl Zwitserland, Turkije, Japan en Zuid-Korea sinds de oprichting van de index in 2016 in de onderste 20 procent staan.
Zuid-Korea, waar vrouwen worstelen met een conservatieve cultuur op de werkvloer, slecht betaalde deeltijdbanen en als gevolg daarvan hoge kosten voor kinderopvang, stond de afgelopen acht jaar consequent op de laatste plaats.
Het land staat, samen met Japan, dat met veel dezelfde problemen kampt, bekend als een van de slechtste landen van de OESO wat betreft gelijke rechten voor vrouwen op de werkvloer. De moeilijkheden om werk en gezin te combineren, zijn reden voor de lage geboortecijfers in beide landen.
De grote economieën, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, scoren ook onder het OESO-gemiddelde, net als Nederland overigens. IJsland, Noorwegen, Zweden en Finland komen als beste uit de bus. Samen met Frankrijk horen ze bij de top 20 procent van de landen.
Parameters voor de index zijn onder meer de genderkloof in het hoger onderwijs, de arbeidsparticipatie, salarissen, management- en bestuursfuncties, de kosten voor kinderopvang en betaald moederschaps- en vaderschapsverlof.