De inflatie in Nederland is in juni gestegen naar 3,2 procent op jaarbasis. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een snelle raming. In mei en april lag de inflatie nog op 2,7 procent.
Volgens het CBS is de gestegen inflatie onder meer het gevolg van hogere prijzen voor voedings- en genotmiddelen. De prijzen van energie (inclusief motorbrandstoffen) waren in juni juist wat minder hoog dan in mei.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese geharmoniseerde rekenmethode was in juni 3,4 procent, tegen 2,7 procent in mei. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
"Het afgelopen halfjaar was de inflatie wat aan het stabiliseren tot licht aan het dalen. Deze stijging laat toch zien dat de inflatie nog niet helemaal onder controle is, hoewel de hoge stijgingen van de energieprijzen voorbij zijn", vertelt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het CBS, aan BNR. Het zijn juist de voedingsmiddelen die wederom flink duurder worden. Iedereen merkt dit dus rechtstreeks in de portemonnee, aldus Van Mulligen.
Later op de dag komt het Europese statistiekbureau Eurostat met cijfers over de inflatie in de eurozone. Die bedroeg in mei 2,6 procent.
De inflatie speelt een belangrijke rol bij het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB verlaagde vorige maand voor het eerst sinds 2019 de rente in het eurogebied. President Christine Lagarde waarschuwde wel dat de strijd tegen de inflatie nog niet voorbij is en de centrale bank in Frankfurt waakzaam moet blijven. Verdere renteverlagingen zullen volgens haar per vergadering worden bekeken en afhankelijk van de economische cijfers die dan beschikbaar zijn.