De Vut - een regeling waardoor je eerder met pensioen kon werd in de jaren tachtig ingevoerd toen de werklosheid hoog werd. Daarna werd het een verworven recht, dat maakte dat er vrijwel niemand in Nederland na zijn 61e nog werkte. De laatste jaren zagen een omgekeerde beweging. De Vut werd afgeschaft en werknemers moeten nu juist langer gaan werken. Maar minister Asscher wil het mogelijk gaan maken om toch weer vut-achtige constructies mogelijk te maken. Werkgevers en vakbonden kunnen vanaf 1 oktober een beroep doen op een overheidsbijdrage voor banenplannen. Voorstellen om via VUT of korter werken ouderen te laten plaatsmaken voor jongeren zijn niet helemaal kansloos. Als wordt bewezen dat ze duidelijk leiden tot meer werk in een sector, kunnen ze ook voor subsidiëring in aanmerking komen. Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft dat donderdag aan de Tweede Kamer geschreven. Het kabinet heeft in het sociaal akkoord 600 miljoen beschikbaar gesteld voor werkgelegenheidsplannen in 2014 en 2015. Asscher had de Kamer al beloofd dat hij een deel van het bedrag naar voren zou halen vanwege de hoge werkloosheid. Het geld is bedoeld voor plannen die zorgen voor meer werk of stageplekken voor jongeren, behoud van vakkrachten en begeleiding van met ontslag bedreigde werknemers. Ook is het mogelijk dat oudere vakkrachten een deel van hun werktijd besteden aan het begeleiden van jongeren. De overheid betaalt de helft van de kosten, de rest moet komen van sociale partners.