Nederland staat op de zesde plek van het rijtje landen in de Europese Unie met de grootste huizenprijsstijgingen. De prijzen van Nederlandse koopwoningen lagen in het tweede kwartaal gemiddeld bijna 13 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Het gaat om zowel nieuwe als bestaande huizen. Dat berekenden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster.
Gemiddeld lagen de huizenprijzen in de EU ruim 7 procent hoger in het tweede kwartaal ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2020. Estland was koploper met een stijging van ruim 16 procent. Ook Denemarken, Tsjechië, Luxemburg en Litouwen behoorden tot het rijtje van grootste stijgers. De prijzen van huizen stegen in alle landen van de EU, behalve in Cyprus. In bijna de helft van de Europese landen was de stijging groter dan 10 procent. In het eerste kwartaal was dat nog bij vijf landen het geval.
Het tempo waarin de Nederlandse huizenprijzen stijgen loopt al een hele tijd op, constateert het CBS in een analyse waarin wordt teruggeblikt op het tweede kwartaal. Hierbij speelt mee dat het woningaanbod flink is geslonken. Er staan in Nederland nog maar weinig huizen te koop en daardoor is het erg moeilijk geworden om nog een geschikt huis te vinden en te verhuizen. In totaal daalde het aantal verkochte woningen in het tweede kwartaal met ruim 2 procent. Dat was bezien op jaarbasis de eerste afname van het totaal aantal transacties na zeven kwartalen van groei.