Oost-Europese centrale banken lijden aan goudkoorts: 'Wapenen tegen externe schokken'

Economie
vrijdag, 29 november 2024 om 15:09
anp 507695134
Centrale banken in Oost-Europa zijn druk bezig om hun goudreserves aan te vullen. Landen als Polen, Tsjechië en Servië kopen aanzienlijke hoeveelheden in, meldt persbureau Bloomberg. Het edelmetaal wordt ingeslagen om zich te wapenen tegen externe schokken zoals handelsoorlogen, de blijvende onzekerheid rondom Oekraïne en geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten.
Tsjechië zet hoog in
Ales Michl, de president van de Tsjechische Nationale Bank, vloog dit jaar zelfs naar Londen om eigenhandig de goudstaven te inspecteren die de Bank of England voor Tsjechië bewaart. Michl wil de Tsjechische goudvoorraad de komende drie jaar verdubbelen tot liefst honderd ton.
In 2022 had hij al een flinke slag geslagen door de voorraad te vervijfvoudigen. “We moeten de volatiliteit verminderen”, zei Michl eerder deze maand tegen Bloomberg Television. “En daarvoor hebben we een activum nodig dat geen correlatie heeft met aandelen, en dat activum is goud.”
Slechte timing?
De Tsjechische centrale bank is overigens niet alleen rijk aan goud. Met ongeveer 150 miljard dollar aan buitenlandse valutareserves – bijna de helft van het bbp – staat het land er ook goed op wat betreft valutareserves. Toch kreeg Michl kritiek te verduren. Hij kocht het goud terwijl de prijs op een recordhoogte stond; slechte timing van de markt volgens sommigen.
Polen loopt voorop
In de race om het meeste goud op te kopen, liep Polen in het tweede kwartaal van dit jaar fier voorop. Volgens de World Gold Council, dé autoriteit in de goudindustrie, heeft Polen zijn voorraad opgekrikt naar zo’n 420 ton. Dat is bijna de helft van wat de machtige landen India en Japan aan goud bezitten.
Gouverneur Adam Glapinski van de Poolse centrale bank benadrukte het belang van deze reserves: “Goud en harde valuta zijn cruciaal om de economie te beschermen tegen catastrofale gebeurtenissen.” Zijn ambitie? Een goudvoorraad die goed is voor 20 procent van alle Poolse reserves. “We treden toe tot de exclusieve club van ’s werelds grootste goudbezitters”, zei Glapinski trots tijdens een persconferentie.
Servische legt voorraad aan in eigen huis
Ook Servië speelt een actieve rol in deze gouden stormloop, maar doet dat net even anders. Terwijl Tsjechië vertrouwt op opslag in Londen, haalde Servië zijn goud juist terug naar eigen bodem. In 2021 besloot president Aleksandar Vucic dat goud nergens veiliger ligt dan in Belgrado. Sindsdien heeft het land zijn reserves steeds verder uitgebreid.
Vucic liet dit jaar weten dat hij van plan is om 'elk overschot aan geld' in goud te investeren, zodat Servië bestand is tegen 'moeilijke tijden'. Gouverneur Jorgovanka Tabakovic, sinds 2012 aan het roer van de Servische centrale bank, verdriedubbelde de reserves naar 48 ton. Volgens Tabakovic is goud in roerige tijden als deze van onschatbare waarde. “Goud wint aan waarde en belang in tijden van wereldwijde turbulentie, vooral in geopolitieke conflicten en periodes van hoge inflatie.”
Goudprijs in de lift
Niet alleen Tsjechië, Polen en Servië zetten zwaar in op goud. Ook landen als Hongarije laten zich niet onbetuigd. Goldman Sachs heeft het metaal inmiddels uitgeroepen tot een van de meest veelbelovende grondstoffen voor 2025, met prijsverwachtingen tot 3.000 dollar per ounce tegen het einde van het jaar.