13 procent van de Nederlanders zegt burn-outklachten te ervaren en dat aantal stijgt nog steeds. De Belgische psycholoog Paul Verhaeghe spreekt in van een epidemie, die we onszelf hebben aangedaan. ''Als een fenomeen zo vaak voorkomt, dan moeten we als maatschappij in de spiegel durven kijken.'' Vroeger ontleenden we veel minder dan nu onze identiteit aan ons werk. Verhaeghe: ''Nu moeten we allemaal een succesvolle ondernemer zijn, en het product dat we aan de man brengen, is onszelf. We moeten het druk hebben, anders betekenen we niks. Daar zijn we met zijn allen ingetrapt. Al sluit ik niet uit dat de jongere generatie daar verandering in gaat brengen. Het besef dat het zo niet lang meer voort kan, lijkt te groeien.’‘ Hij gaat verder: ''In welke mate ons werk ons leven opgegeten heeft, heb ik pas beseft in het jaar 2000, toen een student voor zijn doctoraat tientallen mensen interviewde over hun depressie. Heel veel van die
depressies hadden met de professionele situatie van het voorbije jaar te maken.''
Negentig procent van de werkstress komt voort uit een gebrek aan autonomie en erkenning, denkt de psycholoog. ''De regelgeving en monitoring is totaal uit de hand gelopen. De bureaucratie is eigen aan het neoliberale systeem, ze komt rechtstreeks voort uit het gebrek aan vertrouwen.''
Al die monitoring is contraproductief, meent hij. ''Eerst en vooral geeft al die
controle mensen uitdrukkelijk het beeld dat ze niet te vertrouwen zijn. Dan gaan ze zich ook zo gedragen. Bovendien werkt zo’n monitorsysteem sturend. Als je weet waarop je afgerekend wordt, ga je je daarop richten. Waardoor je je de facto gaat beperken.''
Hoe het beter kan? ''We moeten de weg inslaan van horizontale autoriteit, waarbij overleg, sociale controle en vrijwillige medewerking centraal staan. Dat is niet minder dwingend, maar het gaat wel uit van normale menselijke verhoudingen.''