Het Nederlandse hightechbedrijf ASML
hoefde maar te dreigen met vertrek, en binnen drie maanden kregen ze
1,7 miljard euro toegezegd van de regering. Uit een nieuw rapport van
accountantskantoor PwC blijkt waarom: de Nederlandse chipsector
dreigt door personeelsgebrek, stroomtekorten en gebrek aan ruimte
zijn leidende positie kwijt te raken, en zes miljard euro aan
inkomsten per jaar mis te lopen.
'Andere landen nemen onze leidende
positie over'
“De semiconductor-sector groeit
wereldwijd heel hard”, zegt Steven Pattheeuws, partner van PwC en
medeauteur van het rapport
tegen BNR. “Als wij geen extra stroom,
geen extra vierkante meters en geen extra talent kunnen aantrekken,
blijft die sector wel actief in Nederland, maar dan groeien we niet
mee met de markt.”
30 miljard aan inkomsten per jaar; werk
voor 60.000 mensen
Grote ondernemingen als ASML, ASMI,
NXP, Nexperia en Besi bedienen volgens het PwC-rapport niet alleen de
wereldmarkt, maar zorgen ook voor werkgelegenheid bij honderden
toeleveranciers. Dit levert jaarlijks zo'n 30 miljard euro aan
inkomsten op en biedt werk aan 60.000 mensen. De toeleveranciers zijn
goed voor 41 procent van die omzet en 59 procent van de
werkgelegenheid. Deze bedrijven lopen volgens PwC 'op hun tenen', en
dat heeft negatieve effecten op de hele sector.
Tering naar de nering
“We moeten de tering naar de nering
zetten als we deze sector prioriteit willen geven”, waarschuwt
Pattheeuws. “De problemen zijn daar.” PwC vindt dat de chipsector
voorrang zou moeten krijgen op het overvolle Nederlandse energienet.
Ook moet de besluitvorming bij gemeenten en provincies sneller
verlopen, zodat hightechbedrijven sneller kunnen uitbreiden. Dit
alles is nodig om de leidende marktpositie te behouden en aan de
grote vraag naar chips te kunnen blijven voldoen.