Rabobank stapt in carbon banking: het kopen en verkopen van CO2-certificaten. Voor een betere wereld, zegt de bank. Om geld te verdienen, zeggen critici.
De Rabo Carbon Bank werkt vrij eenvoudig: Westerse bedrijven die hun CO2-uitstoot rap naar beneden moeten krijgen, kopen CO2-rechten van Afrikaanse boeren, die heel veel CO2 absorberende bomen planten. Zo kunnen de bedrijven in eigen land blijven uitstoten, maar wordt die uitstoot elders gecompenseerd.
Rabobank bemiddelt tussen de boeren en de bedrijven in ruil voor 5 procent van de opbrengst. Niet slecht voor een bank die in 2020 haar rente-inkomsten met 3 procent zag dalen en de helft van haar filialen moest sluiten.
Het doel van de Rabo is ambitieus: wereldwijd de jaarlijkse CO2-uitstoot met 0,5 procent terugdringen tegen 2025. Dat sprookje helpt milieuorganisatie Urgenda direct de wereld uit: "Het duurt gemiddeld tien jaar om de grond zo te verbeteren dat deze meer CO2 opneemt en het duurt een jaar of 40 voordat bomen groot genoeg zijn om echt bij te dragen, zoveel tijd hebben we niet."
Hans de Geus, RTL Z-beurscommentator, is nog kritischer: "Dit noemen we ook wel ‘eco-kolonialisme’. Je legt de gevolgen van onze overconsumptie neer bij de ontwikkelingslanden. Zij kunnen zo misschien minder voeding voor zichzelf produceren."
De Geus vervolgt: "Het is voor vervuilers als Shell en KLM dé perfecte schaamlap om door te gaan met groei van uitstoot. Rabobank moet sowieso zorgen voor groene landbouw, met of zonder CO2-rechten."