Je hersenen kunnen normaal gesproken uitstekend logisch redeneren, maar ze hebben af en toe hun gebreken en daar spelen
bedrijven vakkundig op in. Zo denk je dat je volledig zelf bepaalt wat je aanschaft. Toch word je met slimme marketingtrucs gemanipuleerd zonder dat je het door hebt. Dit zijn enkele eenvoudige methoden om jou aan te zetten tot kopen: Je ziet een woord of beeld en onbewust brengt dat een reactie te weeg bij wat je daarna tegenkomt. Zie je bijvoorbeeld eerst een foto van een zonnig strand dan zul je daarna meer geïnteresseerd zijn in de reclame met reisaanbiedingen. Zo bleek ook uit dat mensen die via internet een auto willen kopen, meer op de kosten letten als de achtergrond van de website bankbiljetgroen is. Een rode achtergrond met vlammen doet ze meer stilstaan bij de veiligheidsaspecten van een auto. Bedrijven bieden vaak een extra optie aan om je aan te moedigen het duurste product te kopen. En dat werkt. Gedragseconoom toonde dit aan door honderd studenten te vragen welke aanbieding van The Economist hun voorkeur had: alleen een abonnement op de online versie voor 59 dollar, alleen de papieren versie voor 125 dollar of een online én print-abonnement ook voor 125 dollar. Ze kozen massaal voor het online- en printabonnement, maar haalde Ariely de aanbieding voor de gedrukte versie weg, dan koos de meerderheid voor het veel goedkopere online abonnement. Als iets schaars is, willen we het graag hebben. Zo staat er bij hotelkamers of vliegtickets vaak: nog maar drie over. Je bent dan eerder geneigd tot een snelle aankoop over te gaan. Een uit 1975 liet 200 mensen twee koekjestrommels zien. In de ene trommel zaten tien koekjes, in de andere maar twee. Hoewel de koekjes allemaal hetzelfde waren, kenden de proefpersonen toch meer waarde toe aan de koekjes uit de bijna lege trommel. Mensen willen veel liever verlies vermijden, dan winst verkrijgen. Marketeers spelen daarop in door bijvoorbeeld proefperiodes aan te bieden. Daarna ben je geneigd voor een dienst te gaan betalen, omdat je hem niet wil kwijtraken. Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman dit aan door tijdens een experiment de ene groep mensen een mok te geven, de tweede chocola en de derde niets. Daarna mochten ze ruilen. Bijna 90 procent van de mokbezitters besloot het ding te houden, maar slechts 10 procent van de chocoladegroep wilde de mok en nauwelijks de helft van de proefpersonen die niets had, koos voor een mok. Het suggereert dat degenen die een mok hadden, het veel belangrijker vonden om hem te houden dan dat de mensen die hem niet hadden, hem graag wilden hebben.