Het leven wordt duurder en personeel steeds schaarser. Dit kan het moment zijn om je salaris omhoog te krijgen. Hoe doe je dat? Nieuwsblad geeft 5 tips.
“In de meeste grote organisaties is er een jaarlijks moment waarop de budgetten opgemaakt worden, en dan wordt ook bepaald hoeveel ruimte er is voor opslag”, zegt Wout Dejaeghere, salarisspecialist bij hr-dienstverlener SD Worx. “Het is interessant om te weten hoe dat precies werkt in je organisatie.”
In een kleine organisatie is het goed een moment te kiezen dat het bedrijf er goed voorstaat. Bijvoorbeeld als een nieuwe klant is binnengehaald.
Wat ben je waard? “Ik gebruik graag de website Payscale om een objectieve marktwaarde te bepalen. Daarmee kan je op basis van opleiding, vaardigheden, leeftijd en werkplaats een indicatie krijgen van wat je zou moeten verdienen”, zegt de Nederlandse onderhandelcoach Merel van der Wouden, die vooral met vrouwen werkt.
Helemaal interessant wordt het als je weet hoeveel collega’s met hetzelfde takenpakket als jij verdienen. Vooral als dat meer is dan jij verdient. “Informeer je bij mensen met een vergelijkbare functie als de jouwe in een ander bedrijf. Hoe meer informatie je kan verzamelen, hoe beter.”
“Vertrek altijd vanuit jezelf”, zegt Van der Wouden. “Durf te benoemen wat jij bijdraagt aan het bedrijf, waar jij van extra waarde bent, wat je marktwaarde is. Pas als je merkt dat het niet de goeie kant opgaat, kun je ook aanhalen dat je weet dat er collega’s zijn die voor hetzelfde werk toch meer verdienen. Maar je noemt wel beter geen namen als je dat doet.”
“Een goed argument om opslag te vragen is bijvoorbeeld dat je takenpakket en je verantwoordelijkheden in de loop der jaren geleidelijk aan groter zijn geworden, maar dat je loon niet gevolgd is”, zegt Dejaeghere. “Als je een aanbieding vanuit een ander bedrijf hebt gekregen, sta je ook in een sterke positie."
Hoeveel opslag is realistisch? “Uit onderzoek blijkt dat werknemers vanaf een loonopslag van vijf procent echt voelen dat ze aan het eind van de maand meer overhouden”, zegt Dejaeghere. “Noem altijd zelf een bedrag. Wil je bijvoorbeeld 3.000 euro verdienen, noem dan een bedrag dat hoger ligt, zodat er ruimte is voor onderhandelingen. Het is ook slim om twee bedragen te noemen: tussen de 3.200 en de 3.600 euro, bijvoorbeeld. Als je baas 3.600 te hoog vindt, maar akkoord gaat met 3.200 euro, zit je nog altijd hoger dan waar je wilde uitkomen. Denk ook na over andere dingen dan geld: misschien wil je graag een dag thuiswerken, of een auto.”
”Bedenk op voorhand wat je zal doen als het antwoord negatief is”, zegt Van der Wouden. “Vraag je 300 euro en krijg je 100, wat ga je doen? Stel dat je niets krijgt, wil je dan blijven? En als je niet wil blijven, zeg je dat dan meteen of niet?”
“Een nee hoeft zeker geen eindpunt te zijn. Durf te vragen wat je moet doen of bereiken om die loonopslag wél te krijgen”, zegt Dejaeghere. “Vraag je werkgever naar hoe je loon op de langere termijn zal evolueren, naar de mogelijkheden die er zijn.”
Bron(nen): Nieuwsblad