Vannacht is het zover. Om precies middernacht verlaten de Britten de Europese Unie. Maar niet echt. Er volgt eerst nog een transitieperiode van elf maanden, waarin er eigenlijk niet zo heel veel verandert.
Wat er nu is geregeld is vooral politiek en juridisch van aard: er is een overeenkomst over de eindafrekening van de Britten, er is een grens bepaald tussen Ierland en Noord-Ierland (in de Ierse zee) en er gelden andere regels voor Britse burgers in de EU en EU-burgers in het VK. Ook doen de Britten niet meer mee aan de Europese instituties, zoals het Europees parlement.
Economisch verandert er echter niet veel. De komende elf maanden geniet het Verenigd Koninkrijk nog gewoon van de voordelen van de interne Europese markt. Wat er daarna gebeurt, is afwachten. De EU staat open voor verlenging van de transitiefase en als er geen oplossing komt zal premier Boris Johnson daar wellicht mee akkoord gaan.
Johnson staat voor een dilemma: een harde Brexit zonder handelsdeal kost het Verenigd Koninkrijk het komende decennium
120 miljard pond per jaar, maar binnen elf maanden tot een deal komen, die beter uitpakt voor de Britse economie, lijkt ook niet haalbaar. Uitstellen kan, maar dan is van een echte Brexit geen sprake en zal de kiezer Johnson wellicht afrekenen op het gebrek aan resultaat.