De euro werd in het leven geroepen om te waarborgen dat in Europa nooit meer onrust rond de munten zou ontstaan. Een gemeenschappelijke munt en bindende afspraken welk beleid verplicht was om aan die munt deel te mogen nemen, moest succes garanderen.
Het kon bijna niet mis gaan. Bijna, want die munt wordt gebruikt door verschillende landen, met ieder hun eigen economische beleid en hun eigen economische wel en wee.
Maar ook daarop hadden de grondleggers van de euro iets gevonden: een land mocht nooit een begrotingstekort hebben hoger dan drie procent. Dat zou uitsluiten dat de euro in het ene land sterk zou zijn en in het andere zwak. Want dat kan niet met een gemeenschappelijke munt.
En toen kwam de crisis en bleef van die afspraken binnen enkele maanden niets meer over. Nederland zal het begrotingstekort zien stijgen tot boven de vijf procent uitkomt. Duitsland gaat ook die kant op. Maar Ierland komt al boven de elf procent uit en in Griekenland, Italië en Spanje ziet het er ook niet goed uit.
En als de financiële markten gaan twijfelen aan de kredietwaardigheid van Ierland of Griekenland, dan twijfelen ze daarmee ook automatisch aan die van Nederland en Duitsland, omdat we allemaal aan elkaar vastzitten via die euro. Dat kan een tijdje goed blijven gaan door de zwakke landen meer rente te laten betalen als een soort verzekeringspremie voor het geval ze failliet gaan, maar uiteindelijk mogen binnen de Eurozone de spanningen niet te hoog oplopen, want dat gaat de Euro zelf onderuit.
In het uiterste geval moet de euro dan worden opgeblazen, of moeten de zwakke broeders terug naar hun oude munt. Duitsland zou dan de kern kunnen zijn waarom heen zich de sterkere landen groeperen. De rest valt dan af. The Independent bespreekt vandaag de mogelijkheden van het failliet van de euro. Nog niet waarschijnlijk, maar ook zeker niet meer uitgesloten. .