De afgelopen jaren hebben we geleerd de zon en de zonnebank te mijden. Vertrekkend hoogleraar dermatologie aan het UMC Carla Bruijnzeel denkt daar anders over. De zon is goed voor je. Zelf mijdt ze de zon zeker niet, daarom is ze ook zo bruin, vertelt ze aan NRC. "Alleen in het begin van het voorjaar smeer ik me in. Verder nooit. Nooit gedaan ook. Ik pigmenteer snel en door gewenning aan de zon krijg je een dikkere hoornlaag. Die beschermt je tegen verbranding.” Maar van de zon krijg je toch kanker, omdat de huid wordt beschadigt? „Die beschadigde cellen worden voor 99,9 procent opgeruimd. De cellen die achterblijven kunnen jaren later, op je zestigste of zeventigste, versneld gaan delen en kanker veroorzaken. Maar meestal zijn het basaalcelcarcinomen en die zaaien bijna nooit uit. Ze groeien bovendien langzaam. Plaveiselcelcarcinomen zijn vervelender, want die kunnen uitzaaien naar de lymfeklieren, al is die kans gering en zijn ze bijna altijd te genezen.” En melanoom dan? Dat is toch gevaarlijk? „Die zijn veel kwaadaardiger, maar komen minder vaak voor. Ze kunnen op de bil zitten of in de mondholte. Je ziet ze bij mensen die veel binnen zitten en twee keer per jaar op vakantie gaan.” U zegt dus niet: blijf uit de zon? „Zonlicht doet ons ook goed, het stimuleert de aanmaak van endorfinen in de huid, waardoor je je prettig voelt. Goed tegen depressie en goed voor je botten, door de aanmaak van vitamine D. Heel jammer als mensen met basaalcelcarcinoom denken dat ze niet meer in de zon mogen." "Kinderen, dat is een ander verhaal. Je moet voorkomen dat kinderen verbranden, want er lijkt een relatie te zijn met melanoom op latere leeftijd. Wat bij mij ook speelt: al die zonnebrandcrème, hoeveel wordt er opgenomen in je lichaam? Wat is op de lange duur het effect? Al die dingen bij elkaar maken mij wat de zon betreft nogal lichtzinnig.”
Bron(nen): NRC