Slaapwetenschappers zijn net normale mensen: ook zij liggen weleens een nachtje wakker. The Huffington Post vroeg hen hoe ze daarmee omgaan. Dit zijn hun tips:
Ze kijken bewust niet op de klok Lig je wakker kijk dan niet steeds hoe laat het is. Je gaat je alleen maar opwinden over hoe kort je nachtrust nog is. Van de stress lig je nog langer wakker.
Ze zeggen tegen zichzelf dat het niet erg is om een nacht slecht te slapen Houd je zelf voor dat je altijd de volgende nacht kunt bijslapen door eerder naar bed te gaan en dat je een nachtje met weinig slaap echt wel overleeft. Je weet: de volgende dag merk je nauwelijks iets van je slaaptekort.
Ze sporten overdag Lichaamsbeweging helpt bij een goede nachtrust. Sport liever niet vlak voor het slapengaan, dan kan het je juist wakker houden.
Ze vermijden suiker en cafeïne in de avond De invloed van deze stoffen op de nachtrust verschilt sterk per persoon, maar het kan zijn dat je te alert blijft door cafeïne als je 's avonds nog koffie drinkt.
Ze hebben vaste slaaprituelen Enkele uren voor het slapen gaan dimmen slaapwetenschappers graag de lichten en leggen ze hun telefoon weg. Ze zorgen voor een koele, fijne slaapkamer, die uitnodigt om naar bed te gaan.
Ze genieten van de tijd in bed Juist als ze niet kunnen slapen, vertellen slaapexperts tegen zichzelf dat het fijn is om lekker te rusten. Ze mediteren een beetje of lezen een eenvoudig boek. Zo voorkomen ze dat ze boos of geïrriteerd worden door hun slapeloosheid.
Ze vermijden slaappillen Pas als slapen echt lange tijd achter elkaar niet lukt nemen ze slaapmedicijnen en dan het liefst enkel melatoninepilletjes.