De afgelopen maanden is de prijs van zalm explosief gestegen. Dat komt omdat kwekerijen overal ter wereld last hebben van parasieten. Het grootste probleem is de Lepeophtheirus salmonis, een zeeluis die tot wel een centimeter groot kan worden. Vooral kwekerijen in Schotland en Noorwegen hebben er last van. In Chili, waar tegenwoordig de meeste 'Noorse' zalm vandaan komt, hebben de kwekers dan weer last van giftige algen. De vijf grootste Noorse bedrijven die in Noorwegen en Chili zalm kweken, moesten vorig jaar door de parasieten al zo'n 60.000 ton zalm weggooien. De parasieten zetten zich eerst vast op de huid van de zalm, vallen dan de vinnen aan en eten zich vervolgens via de kieuwen een weg door de vis. Het lukt vooralsnog niet om daar iets aan te doen. Op dit moment is de prijs voor gerookte zalm in de winkel 17 procent hoger. De verwachting is dat zalm op termijn tot wel dubbel zo duur kan worden. Een ander probleem is de Diphyllobothrium nihonkaiense, een lintworm die is opgedoken in wilde en gekweekte zalm uit de Stille Oceaan. Waar de zeeluizen geen direct
gevaar vormen voor de consument, geldt dat wel voor de lintworm. Die kan in je buik tot wel tien meter lang worden. Vooral sushi- en sashimiliefhebbers lopen gevaar, omdat de zalm daarbij nooit ingevroren is geweest.