Lange tijd kregen meer en meer kinderen de diagnose ADHD met bijbehorend voorschrift voor zware medicijnen. Maar die trend lijkt nu voorbij. Het aantal minderjarigen dat middelen als ritalin of concerta (verwant aan amfetamine) slikt, is vorig jaar fors afgenomen. Uit cijfers van blijkt dat het medicijngebruik al sinds 2015 afneemt, maar vorig jaar nog eens extra hard daalde, meldt NOS op 3. In 2014 gebruikten bijna 100.000 minderjarigen medicatie met methylfenidaat, in 2018 nog 78.000. Dat komt overeen met de lijn van psychiaters om kinderen minder snel te diagnosticeren met ADHD en dus minder pillen voor te schrijven. ADHD wordt vaak in de vroege jeugd vastgesteld en komt meer voor bij jongens dan bij meisjes. Symptomen zijn concentratieproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. Wetenschappers zetten al langer vraagtekens bij het grote aantal diagnoses, onder ander omdat de aandoening in sommige landen, zoals Frankrijk, veel minder voorkomt dan in bijvoorbeeld Nederland of de VS. Zijn kinderen niet gewoon druk? En heeft het niet met de opvoeding te maken, die in een land als Frankrijk over het algemeen een stukje strenger is? Hoe dan ook, is het zo dat er dus de laatste jaren plotseling veel minder kinderen ADHD blijken te hebben. Het aantal recepten voor middelen als ritalin verviervoudigde tussen 2003 en 2013, maar daalde daarna, vorig jaar zelfs met bijna 8 procent. De afname heeft vermoedelijk ook te maken met een advies van de Gezondheidsraad in 2014. Daarin stond dat er eerst gekeken moet worden naar omgevingsfactoren zoals de thuis- en schoolsituatie voordat medicijnen worden voorgeschreven. De raad schreef onomwonden dat de sterke groei in medicatiegebruik onder meer te maken had met de toegenomen prestatiedruk en dat de maatschappij minder tolerant was tegenover afwijkend gedrag.