Europa richt nu al haar pijlen op het vaccin van Pfizer/BioNTech. Dat is een van de duurste vaccins die er op de markt is en er is ook nog eens een derde dosis nodig binnen twaalf maanden na de tweede, laat CEO van Pfizer, Albert Bourla, weten.
Nu de vaccins van AstraZeneca en Johnson & Johnson onder vuur liggen vanwege de zeldzame bijwerking met bloedstolsels, krijgt het middel van Pfizer steeds meer de voorkeur. De EU onderhandelt met de farmaceut over de levering van 1,8 miljard doses in 2022 en 2023.
Een paar dagen geleden maakte de Bulgaarse premier Bojko Borrisov bekend
dat de prijs voor een dosis Pfizer oploopt. Eerst kostte een prik nog 12 euro, toen 15,50 en inmiddels gaan ze over de toonbank voor 19,50 euro per dosis. Het vaccin van AstraZeneca zou slechts 1,78 euro kosten.
Bovendien moet het middel van Pfizer op extreem lage temperaturen bewaard worden wat de logistiek ook nog eens veel kostbaarder maakt. Geen optie voor arme landen zou je denken, maar volgens Bourla worden de vaccins daar tegen kostprijs verkocht.
Waarnemers denken echter dat dat niet snel gaat gebeuren, omdat de lage bewaartemperatuur grootschalige verspreiding in die landen wel heel lastig maakt. Bourla stelt daarop dat er gewerkt wordt aan een vaccin dat op een normale temperatuur bewaard kan worden.
In Amerika wordt er ook al rekening gehouden met de kans dat er een derde dosis nodig is. “We weten momenteel nog niet alles”, zei arts David Kessler tegen het Amerikaanse Congres. “We onderzoeken hoe lang de antilichamen reageren op de vaccins. De reactie lijkt sterk, maar neemt wel af en ook de virusvarianten vormen een uitdaging.”