Iedereen die ouder wordt, verbaast zich over de gevolgen van een avondje drinken. Hoe is het mogelijk dat je vroeger nachtenlang kon doorzakken en je nu na een paar glazen al moeite hebt met opstaan? Helemaal eenduidig is de wetenschap daar niet over, maar er zijn meerdere verklaringen voor. Als mensen ouder worden, krijgen ze meer vet en verliezen spiermassa. Spiermassa bestaat voor 75 procent uit water, vet maar voor 10 procent. Alcohol wordt beter geabsorbeerd door vochtrijk weefsel, zoals de spieren, dus hoe meer vet je hebt naar verhouding, hoe langer alcohol in je systeem blijft. Bovendien loop je meer risico op dehydratatie als je lichaam minder vocht bevat. De enzymen in de lever breken de alcohol af. Maar als we ouder worden hebben we minder van deze enzymen en degenen die we nog hebben werken minder efficiënt. Wanneer je de dertig gepasseerd bent, heeft je lichaam meer tijd nodig om te herstellen van infecties, ziektes en andere kwaaltjes. Dus ook het herstel van een avondje drinken duurt langer. Als je ouder wordt, drink je vaker enkele glazen en ga je niet meer zoals vroeger de hele nacht door. Doe je dat toch nog een keer dan is je lever dat niet meer gewend en heeft hij veel meer moeite om de grote hoeveelheid alcohol te verwerken.