Ons lichaam kan bijzonder veel hebben. Allerlei organen kunnen met een fractie van hun omvang nog prima functioneren of zelfs weer aangroeien. "Het aanpassingsvermogen van ons lichaam is verbazingwekkend.''
Hoogleraar acute geneeskunde Prabath Nanayakkara van het Amsterdam UMC
vertelt in het AD: "Neem de nieren. Verwijder er één en de andere nier werkt gewoon harder. Hetzelfde geldt voor de longen, de milt, een deel van de lever en bijna alle organen. Je kunt natuurlijk niet alles weghalen, maar het lichaam heeft een enorm aanpassingsvermogen.''
Je kunt prima leven met één long. "Zelfs met één long kan je lichaam langzaam nieuwe reserves opbouwen. Die overgebleven long wordt sterker om de andere te compenseren,'' zegt Nanayakkara. Je kunt ook zonder milt. "Maar het gevaar van ernstige infecties neemt dan toe. Daarom vaccineren we mensen zonder milt tegen plots dodelijke ziektes en dragen zij altijd antibiotica op zak.''
Ook delen van de maag kun je missen. Mogelijk worden dan bepaalde voedingsstoffen minder goed opgenomen, maar dat is te verhelpen met supplementen. De lever is helemaal een kunststukje. "Het kleinste stukje lever kan naar zijn oorspronkelijke vorm terug groeien. Je lever kan dus ernstig beschadigd raken, maar zolang er nog één gezond stukje is, komt het wel goed.'' Binnen een paar maanden is de lever weer hersteld.
Van de darmen kun je ook veel weghalen, maar dat merk je wel. "Je kunt stukken darm weghalen, zoals de dikke darm, maar als je te veel verwijdert merk je het. De kleine darm neemt geen functies over van de grote darm. Je moet je dieet aanpassen en supplementen innemen." Ook de galblaas kun je prima missen. "Ik zou de galblaas niet onbelangrijk noemen, maar je hebt hem niet nodig. Ik ben mijn eigen exemplaar kwijt en merk er weinig van."