Vroeger was het elke dag gekookte aardappels, groente en vlees wat de pot schafte. Voor veel mensen is die liefde tegenwoordig aardig bekoeld, maar vooral bij gezinnen met jonge kinderen is de aardappel nog flink populair. Experts kennen hun pappenheimers en geven aardappeladvies.
Iedere dag koken voor een groot gezin is prijzig. Een flinke zak aardappels kopen, is dan de goedkoopste oplossing. Maar hoe kun je ze nu het beste prepareren? “Het goed bereiden van een aardappel begint al bij de inkoop”, zegt Paul Zonnenberg, eigenaar van restaurant Jacketz in Amsterdam,
in het AD.De aardappeleters”Nederland is aardappelland nummer één. Niet zozeer omdat we de meeste aardappelen eten, dat is Portugal, maar omdat wij vooral heel goed zijn in het ontwikkelen en telen van aardappels.” Het loont volgens de restauranteigenaar om eens langs de markt te gaan en te kijken welke soorten in het seizoen zijn.
Chef-kok Jimmy de Leeuw pleit ervoor dat mensen stoppen met aardappelen schillen. “Aardappels met schil zijn een stuk lekkerder. Zeker bij een opperdoezer zou ik deze er niet vanaf halen. Borstel je aardappels schoon of spoel deze af en zet ze onder koud water. Niet te veel, want dan gaat er smaak verloren.”
Zonnenberg vervolgt: “Tenzij ik een heel clean gerecht wil hebben, schil ik aardappels nooit. Je loopt zonder die schil veel smaak en vitaminen mis. Alleen een groene aardappel moet je schillen, de rest is gewoon eetbaar.”
Niet schillen maar poetsenWaarom in koud water op het vuur? “Als je aardappelen meteen in kokend water legt, heb je de kans dat de buitenkant van de aardappel te snel gaar wordt, terwijl de kern nog niet mee opgewarmd is. Met koud water voorkom je dus dat de aardappels oneven gaar worden”, zegt Zonnenberg. “Bij kleine piepers (of kleine stukken) maakt dit minder uit.”
De kooktijd is ongeveer vijftien tot twintig minuten. Ze zijn gaar als je er met een vork helemaal doorheen kunt prikken, en de aardappel uit zichzelf weer loskomt van de vork. Zonnenberg poft aardappels het liefst: “Met schil in de oven en wat zout erop, dat trekt er dan heerlijk in.”