Bij een burn-out kun je niet meer verder, je valt bijna letterlijk om van vermoeidheid. Maar er is ook een nét iets minder heftige variant, de burn-on: je valt niet om, maar het scheelt niet veel.
“Bij een burn-on blijft een mentale inzinking uit”, vertelt Mieke Lannoey (39) die er het boek
Burn-on, de functionerende burn-out over schreef,
tegen HLN. “Maar het is niet omdat je blijft functioneren, dat er niets aan de hand is.”
Ze vertelt over twee Duitse artsen die het fenomeen voor het eerst beschreven. "Zij zagen in hun kliniek steeds meer mensen met wie het duidelijk niet goed ging, die tal van kenmerken van een burn-out vertoonden, maar die toch bleven werken en functioneren. Mensen die al jaren in een voorstadium van een burn-out leven, of na hun herstel er weer halvelings in sukkelen. Alleen crashen zij niet, ze imploderen.”
Ideale plaatjeHet probleem is dat er bij een burn-on voor de buitenwereld niets aan de hand lijkt. “Het gaat vaak om mensen met een goede job, hun sociale media staan vol met ideale plaatjes. Maar binnenin voelen ze zich leeg. Ze halen nergens nog voldoening uit, vinden geen rust, vervreemden van zichzelf en van hun intrinsieke waarden."
Veel mensen zijn ook geneigd om hun psychische problemen weg te wuiven. "Maar om het hoofd boven water te houden, schrappen ze alles wat niet functioneel is. Geen deugddoende boswandeling meer, geen uurtje sport of uitje met vrienden. Alles draait om hun werk en huishouden, hun dagen zitten vol met to do’s. Soms kruipen ze een halfuurtje eerder in bed. Maar da’s geen zelfzorg hé.”