Een frikadel, kroket, berenhap of kaassoufflé, zoals je waarschijnlijk al vermoedde, vallen deze snacks niet bepaald onder het kopje superfoods. Maar toch zijn er duidelijke verschillen qua voedingswaarde. Welke snack is het gezondst?
Zelfs die vermaledijde bamischijf neemt hoogleraar voeding voor gezond leven Ingeborg Brouwer voor Quest onder de loep. “Ze zijn geen van allen goed. Maar ik zou zeker niet kiezen voor de berenhap. Die is het zwaarst, zo’n 150 gram, terwijl de andere snacks ongeveer de helft wegen”, zegt Brouwer. Dat is dus een enorme caloriebom, zeker als je hem in een badje van pindasaus doopt.
Maar ook als je kijkt naar het aantal calorieën per 100 gram, komt de berenhap het slechtst uit de vergelijking. “Eet je één berenhap, dan heb je al meer dan de helft van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zout binnen.”
Een bamischijf weegt 100 gram en bevat veel suiker (6,8 gram). Een kaassoufflé zit vol met slechte vetten. In 100 gram, oftewel twee kaassoufflés, zitten liefst 7,6 gram verzadigde vetten. De strijd om de winst gaat dus tussen de frikadel en de kroket. Dan wint de kroket, omdat er minder zout in zit.
Hierbij is de saus uiteraard niet meegerekend. Een frikadel wordt vaak met een grote klodder vette mayo genuttigd, of nog beter: met mayo, curry en een gesneden uitje. Dit is een stuk ongezonder dan een portie mosterd bij de kroket.
Brouwer ziet persoonlijk het liefst een kroket op haar bord belanden. Maar de hoogleraar waarschuwt: “Zo nu en dan een kroket eten is geen probleem, als je hem eet als vervanger van gewoon vlees. Maar het wordt echt wel ongezond als je hem naast de gewone maaltijden gaat eten.”